De Vlaamsche Gids. Jaargang 26(1937-1938)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] [Twee Gedichten] De zekere Groei Al groeit mijn heil nog niet naar zekerheden, ik ben de mensch niet meer die mort en raast. Ik zal een beter leven tegentreden, met vasten tred, maar zonder haast. Ik schuw't geluk, dat men zich vlug verwerven en als een kleinigheid bereiken kan. Bij velen viel zoo'n broos geluk in scherven. Is men niet nog berooider dan? Zoo ben'k voorloopig met mijn lot tevreden, al is het leven mij noch maisch, noch mild. Toch zal het groeien naar de zekerheden uit tijd, geduld en uit de stilt'. [pagina 153] [p. 153] Lof van de Stilte De stilte is immer rijk aan mooglijkheden. Groeit al wat duurzaam is niet in haar grond? Zij was steeds voedster van de zekerheden, waaraan de tand des tijds geen vreten vond. De stilte is altijd zwanger van beloften. Verrukt zij ons niet steeds, ze ontgoochelt nooit. Zij wiegt de hoop van allen die nooit boften en torst den troost van al wie is berooid. De stilte heelt de scherpst-geslagen wonden en droogt de tranen van het diepst verdriet. Wie in den roes vergetelheid niet vonden, hun rest't solaas van stiltes rijk gebied. MAURITS DE DONCKER. Vorige Volgende