De Vlaamsche Gids. Jaargang 26
(1937-1938)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
IVergeef me, God, als ik U niet kan vinden,
Uw troostend woord niet hoor boven Uw Eeuwigheid,
mijn handen niet in dank rondom Uw kruis kan binden,
mijn weerloos einde zie aan mijn verganklijkheid.
Mijn leven is alleen een warme vlam van liefde,
die mij verteert in mijn zoo broos bestaan.
Zij heeft mij 't hoogste en vroomste heil gegeven
en aan dié weelde wil ik ondergaan.
| |
IIMijn teere lichaam, dat maar leeft door liefde,
hoe zie 'k u stil, meewarig aan,
nu 'k in het aanschijn van een lieven doode,
uw eigen wezen zag verloren gaan.
Wat zijt gij arm, in uw oneindig smachten,
gij, die moet strijden om één dag bestaan,
en van 't oneindige niets kunt verwachten
dan vol vertwijfeling naar 't graf te gaan.
JULIA TULKENS. |
|