De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 556] [p. 556] Belijdenis Om 't woord van niet te zeggen vriendschap, neergeschreven Door jou, zoo liefdevol, op mijne levenswanden, Draag ik nu je naam, met nieuw geloof en leven Aldoor in 't eigen harte. Ik ga en zoek de stranden Waar eens mijn jeugd, vol mooi en diep en dol vertrouwen De lokkend-wondre gloeden vóór zich uit zag zweven Die steeds me noopten, geduldig wijsheid op te bouwen. Die gloeden zou 'k zoo graag je later medegeven! Om 't woord van liefde en vast geloof, door bei je oogen Zoo streelend schuchter soms een korte poos beleden Wanneer ze blij-verrast, mijn teere taaie pogen Zagen, zingt en zegt mijn ziele nu gebeden Waarvan naast jou de zwaar-beladen bloesems geuren. Zoo draag ik, zwijgend stil, wat liefdeshonger verder En zoek door eigen zang mijn weemoed op te beuren. En word ik nooit de vriend, 'k was toch de goede herder. Eens komt de dag, waarop je heen zal varen Met ál je wondre teerheid, nauw-zichtbaar soms beleden. Ik zal den schrei bedwingen van al mijn zielesnaren En eenzaam verder gaan, met doelloos-droeve schreden. Maar 't woord van jonge vriendschap, door bei je donkre oogen Zoo innig-blij gezeid, zal nooit in mij verarmen, Omdat mijn gouden droom, mijn daad, mijn zang, mijn pogen Je harte peinzend sloot in zachte liefdesarmen. F.V.E. Vorige Volgende