De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 453] [p. 453] [Twee gedichten] In Memoriam voor Koos Schuur. Die niet van deze wereld is moet zwerven zonder oponthoud; die daarbij op zichzelf vertrouwt wijst men naar de verdommenis. Maar nergens bij een eigen haard wacht hem zijn pijp, of staat een paar warme pantoffels voor hem klaar, of is er thee voor hem bewaard. Slechts grauwe luchten en een wind die om de koude hoeken huilt, een regen die lamlendig druilt en onrust die geen vrede vindt. Die niet van deze wereld is en jaagt naar het verboden rijk erkent ten laatst' dat as en slijk het enig loon naar werken is. Maar zelfs hij die verworpen is, verguisd, geminacht en bespot geniet nog voordat hij verrot een eerzame begrafenis. Als in elk oog de graftraan prijkt, (zijn driften zijn nu toch geblust!) heeft hij met God de laatste kust, waarvoor hij vocht, bereikt, [pagina 454] [p. 454] Vers Zing nu je laatste lied voor mij, erken de schrik die mij bevangt: de nacht die op de heuvels hangt glijdt in een smalle schuit voorbij. De bleke hoonlach van de maan die vol en onbarmhartig staat zal eerder dan de morgen slaat mij dwingen van je heen te gaan. Bedenk: het water glinstert breed, de ochtendnevels dreigen koud, maar heb geen angst voor mijn behoud, neem zingend afscheid, en vergeet. - Bedenk dat achter deze nacht het leven op ons beiden wacht! A. MARJA. Vorige Volgende