eerste roman verscheen in 't najaar van 1887; ‘De kleine Republiek’ werd geschreven in '88. Maar reeds in het ‘Zondagsblad der gemeente Rotterdam’ van 11 en 18 Juni 1887 verscheen een opstel van van Groeningen's hand: ‘Eene Straat en eene Gang’, waarin de naturalist zich aankondigde. Hij was toen een en twintig jaar.’
Na ‘Julie de Lespinasse’, na ‘Madame de Pompadour’ heeft de Nederlandsche specialist in geromanceerde biographieën, Siegfried E. van Praag, een roman gewijd aan een groote Fransche actrice, aan La Judith, die deel uitmaakte van het gezelschap van de Comédie Française. Zij was, evenals de eenigszins oudere Rachel, evenals de jongere Sarah Bernardt, van Joodschen oorsprong: een vast-willende, hyper-egoïstische vrouw - ook in de liefde. Siegfried van Praag heeft het karakter van deze kunstenares, die men toch niet nalaten kan te bewonderen, op meesterlijke wijze geteekend. Hij heeft ‘La Judith’ niet alleen voorgesteld als de zelfzuchtige streefster naar steeds grooter macht, ook als moeder heeft hij deze vaak veile vrouw geteekend te midden van de woelingen van haar leven. Buitengewoon boeiend is de evokatie van het midden der Comédie Française en van het mondaine milieu, waarin Judith Sachs zich beweegt. Dit nieuwe werk van den onvermoeibaren Siegfried van Praag, die de nauwgezetheid van den historicus zoo bizonder goed verzoenen kan met de fantasie van den geboren romancier, is, in zijn genre, een der beste boeken uit den jongsten tijd. (Uitgave: Em. Querido te Amsterdam).
Wilt ge kennis maken met een boeiend hoofdstuk uit de geschiedenis van de Jodenvervolging in het middeleeuwsche Duitschland, dan dringt een lezing zich op van den lijvigen roman Simcha, de Knaap uit Worms, van Sam Goudsmit (Uitgave: Em. Querido te Amsterdam). En wellicht denkt ge, terwijl ge door de boeiende lectuur wordt meegesleept, aan de gebeurtenissen in het huidige Duitschland, waaraan ook de auteur naar alle waarschijnlijkheid heeft gepeinsd, terwijl hij verhaalde van Simcha, van Rabbi Gerschom, van Reb Mosché en ook van het meisje Hanna, wier hart nu eens getrokken wordt tot een ridderszoon en dan weer tot Simcha. Deze en andere personages teekenend, heeft Goudsmit menschen van alle tijden voorgesteld in hun reacties op gebeurtenissen, waarvan de wendingen aan den dwang van hun wil ontsnappen. ‘Simcha, de Knaap uit Worms’ is een geweldig boek geworden, waarin het beeld van individueel lijden vaak terugwijkt voor een machtig fresco, waarop de roerigheid van een geweldige periode met zware penseelstreken wordt geëvokeerd. Godsdienstig fanatisme en goudzucht beheerschen de ontketende menschheid in deze tijden, volgend op den eersten kruistocht,