De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 303] [p. 303] [Twee gedichten] Werklooze Voor mij zijn 't droomen zonder zin: Een dak, een haard, een huisgezin. Die droomen moet ik haten. Wat kussen op een meisjesmond. Wie kan het laten? Mijn hart heeft toch geen pantser rond En als Zij naar de toekomst vraagt? Ik toon mijn leege handen. Er is geen werk, geen loon dat daagt... Ik zeg vaarwel aan meid en hoop. Wat harder bijt ik op de tanden. En dan maar in een bioskoop Mijn zucht Vergeten in een klucht. [pagina 304] [p. 304] Gesloten Lippen De grijze sfinxen blijven zwijgen; De sterren blijven stom; De menschen die geen antwoord krijgen Op 't eeuwige ‘waarom’. De wetenschap maakt reuzenschreden. (Een kip wordt reeds een haan). De goden worden fel aanbeden; De wijsgeer juicht in waan. En komt men verder dan wat hoop? Want wie zag door een mikroskoop Of bij het spelen met begrippen Iets anders dan gesloten lippen? HERMAN VAN SNICK. Vorige Volgende