Voorwaar, had Bresseleers zijn paar bladzijden ter verantwoording weggelaten en ons doodgewoon een rijmpjesboek gegeven, dan konden we het gerust als dusdanig aanbevelen, vooral ook wegens de lang niet kwade illustraties van Elza Severin.
Het gebeurt een Vlaming dikwijls, dat hij twijfelt aan de juiste uitspraak van een Fransch woord of woordverbinding; - 't gebeurt hem vaker, dat hij niet twijfelt... en het toch verkeerd voor heeft. Wij wijzen daarom op Diction française, petit cours d'initiation, door Hélène Hagond, twee deelen. (Uitg. Office de Publicité, Brussel, 1933 en 1935).
Voor wie deze beide boeken bij de hand heeft, verdwijnt alle twijfel: daar vindt hij duidelijk en volledig aangegeven hoe het zijn moet.
Het zijn de beste werkjes ons bekend op dat gebied en hun succes kan geen verwondering baren.
In den Prijskamp, uitgeschreven door het Provinciebestuur van Antwerpen voor het opstellen van een Nederlandsch Taalboek ten dienste van de leerlingen der dagvakscholen voor jongens, werd Onze eigen Taal bekroond, lees- en leerboek voor het Technisch Onderwijs, door Aug. Van Hoof, drie deelen. (Uitg. Van In en Co, Lier).
In deze boeken wordt elke leesles gevolgd door een reeks toepassingen, die zoowat het heele taalgebied bestrijken willen. Daarin zit echter een gevaar: verspreide kennis, geen systematiseering. Van de voorgestelde plans tot het uitwerken van de opstellen houden we bitter weinig. Enkele onderwerpen die beroep zouden doen op het gevoel en op de fantasie waren zeker welkom; die snaren mogen toch nog trillen in onze technische scholen.
Daarom hadden we die reeks boeken liever als loutere leesboeken gezien, want de stof der lessen is werkelijk zeer goed gekozen voor de betreffende leerlingen.
Het gebeurt niet vaak, dat voor de kinderen van de lagere school een geschiedeniswerk geschreven wordt in een taal die voor hen bevattelijk is, zonder triviaal of gebrekkig te worden. De Geschiedenis van België, door J. Van Bever & Rob. Lombaerts, (drukker-uitgever Aug. Lombaerts, Kruisstraat 15, Boom) is hierop een uitzondering. De teekeningen van Lombaerts zijn iets minder gelukkig: men heeft te veel op één bladzijde samengedrongen en daardoor zal het kind er niet veel van thuisbrengen.
Naast dit hoofdwerk bezorgden de schrijvers in een reeks afzonderlijke boekjes de locale geschiedenis van de steden Lier, Mechelen, Leuven en de Rupelstreek. Naast het algemeen werk