Tot daar de wordingsgeschiedenis van het programma bondig verhaald, zonder vooringenomenheid, maar tevens zonder schroom. Ik meen dat op zulke gewichtige zaak als een schoolprogrammahervorming wel het volle licht vallen mag.
***
De hoofdkenmerken van het Nieuwe Leerplan kunnen bondig samengevat worden:
- het wil de leerstof minder uitgebreid maken;
- hetgeen men behandelt, moet meer uitgediept worden;
- het hecht een grooter belang aan de moedertaal;
- de versnippering van het onderwijs in allerlei vakken en vakjes wordt tegengewerkt (dat blijkt al dadelijk uit de schikking van de leerstof: niet meer per vak, maar per graad);
- het neemt de waarneming van het milieu waarin het kind zich beweegt als spil voor de kennis, die we gewoon zijn te schikken onder de rubrieken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuurlijke Wetenschappen.
Niemand zal eenig bezwaar kunnen opperen tegen deze zeer gezonde principes. Ze vormen een gepaste reactie tegen sommige gebreken van ons vroeger modelprogramma. Maar zooals elke reactie ging ook deze te ver. Zelfs komt het me voor, dat de uitwerking soms in tegenspraak is met de voorgestelde principes.
Het nieuwe leerplan vertrekt blijkbaar van de veronderstelling, dat al onze leerkrachten begaafd zijn met een almachtig aanpassingsvermogen, een onuitputtelijken ijver, een eeuwig-frisschen experimenteerdrang. Het heeft te weinig rekening gehouden met den doorsnee-onderwijzer, die zeker een mensch is met veel goeden wil, met een groot uithoudingsvermogen, met een engelachtig geduld, maar waarvan men toch niet vergeten mag, dat hij nooit de voorbereiding kreeg om plots aan milieu-studie te beginnen, om zelf naar de ervaring van de klasse een leesmethode op te bouwen (want dat vraagt toch ongeveer het nieuwe leerplan).
Het zal voor deze menschen een periode worden van zoeken en tasten, van gissen en missen. Die periode zou nadeelige gevolgen hebben op de vorming van onze jeugd, indien onze schoolmenschen zich hals over kop in de nieuwe richting moesten werpen. Maar de nuchterheid, waarvan de meesten bij de ontvangst van het nieuwe programma blijk hebben gegeven, stelt ons volledig gerust: zij zullen geen gewaagde ondernemingen aanvatten; zij houden te veel van hun leerlingen opdat zij er proefkonijnen zouden van maken.
Er zijn voorzeker zeer goede ideeën in het nieuwe leerplan, maar ze zouden er veel bij winnen, indien ze meer gesystematiseerd werden: het is alles zoo verspreid, soms zelfs zoo weinig helder