De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] [Twee gedichten] Ontgoocheling Daar is den mensch geen heil gegeven dat door geen leed verduisterd werd; daar is voor 't heele droeve leven geen glimp geloof meer in mijn hert... 'k Geloofde in het woord der menschen en in mijn eigen, sterke jeugd, in zooveel mooie toekomstwenschen en in de Liefde, hoogste deugd! Op menschen is op drijfzand bouwen; hun woord belooft en streelt... en liegt! Op ras vergane jeugd betrouwen is kracht, die in den strijd bedriegt. Alleen het heden kan mij boeien, de toekomst is maar zinsbedrog en daar, waar schoonheid steeds kon bloeien, is Liefde een hersenschimme nog... [pagina 85] [p. 85] Ik draag uw Beeld in mij... Ik draag uw beeld in mij, in 't diepste van mijn wezen, gelijk een droeve droom van ongeleefd geluk; en niemand kan dat beeld in weeïg oogen lezen, 't is zwijgzaam en geheim, mijn zoete liefdejuk. Ik draag uw beeld in mij, met blakend, blauwe luchten, met kalmen waterloop en lachend zomerzicht, met rijpe korenveld, beroerd door avondzuchten, met gouden sterrenpraal en zilvrig manelicht; Ik heb het in mijn ziel geketend en gevangen, met alles, wat te grootsch, te hemelsch is voor mij, met onbereikbaar heil en wonderschoone zangen en 't houdt mijn harte warm en maakt mijn blikken blij; ik weet het; 'k mag van U geen glimlach zelfs verlangen en toch heb ik U lief en 'k draag uw beeld in mij!... FRIEDA BRECHTS. Vorige Volgende