De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] [Drie gedichten] Barmeid Voor Dr. Paul Rogghé. Zij hult zich in een harnas van cynisme om te verschansen 't kwetsbare gemoed. Bij haar beroep toch past dit fatalisme dat haar een leer werd en een hoogste goed. Wat mag zich achter deze mom verschuilen? Rustloos tumult van passies ongeteld? Zucht naar vergetelheid of durend tergen van leegheid die de geest en 't harte kwelt? Of enkel maar voldoen aan een bestemming die onontkoombaar is als 't leven zelf? Of vluchten voor den angst en de beklemming te diep te schouwen in het eigen zelf? Afgronden peilen, die ze niet vermoedde, bracht haar wellicht in dit fataal milieu. Ze koos van bei voor zich het enig goede en werd barmeid, liever dan ‘fille-dieu’. Avond in Maart Geen kan als ik genieten van de stilte, in deze kamer, in de zachte klaart der lamp, dicht bij den warmen haard. Ik hou van gloed en schuw de klamme kilte der avondlate straat in Maart, die enkel vlugge schimmen baart. [pagina 39] [p. 39] Vamp I Zij is een jonge vrouw en zij kent geen verlangen naar het man-dier, alleen een zucht naar weeld', maar die alleen een man-met-geld haar kan omhangen op een moment, dat haar zijn stem verveelt. Zij is een jonge meid, maar koud als een sirene, die wèl te lokken weet, maar al de rest ontbeert van wat de vrouwe maakt tot de uitverkoren ene, die steeds te boeien weet en zo te leven leert. II Perversiteit is uw natuur. Fataliteit is uw beminde. Uw liefde en heil zijn zonder duur: gij doet ze beide zelf verzwinden. Uw blik is 't raadselachtig meer. Uw lichaam is één lokkend vragen. Uw masker schraagt het leed te zeer om dèze tocht met u te wagen. M. DE DONCKER. Vorige Volgende