De Vlaamsche Gids. Jaargang 25(1936-1937)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Confiteor Voor P.P. Je bent tot mij gekomen. Ik ben tot jou gegaan. Er zijn in 't leven harten, die soms elkaar verstaan. Ik, vreemde bedelaar, die nooit een aalmoes vraag, Maar de eigengave stil door doen en denken draag, Ik ben tot jou gekomen. Waarom tot zwijgen dwingen De stem die zingt in mij van al de wondre dingen Waarvoor slechts enkele menschenharten luide slaan In uitverkoren stonden? Ik ben tot jou gegaan Omdat ik, ingetogen, ruilen mocht den gloed Van menig mooie pogen, den drang van 't eigen bloed, Een harteklop mocht ruilen, tegen enkele brokken Uit je lente en jeugd en droomen. Ik werd zoo neergetrokken Reeds door 't leven. Maar nu 'k vol zonne zie de laan Waardoor, verminkt en zwaar bevracht, mijn dagen gaan, Nu 'k zag de blonde dreven waar jij de teerheid zaait, Nu mag je weten, jongen, hoe blij je tegenwaait Mijn diepe, warme vriendschap. Je bent tot mij gekomen. Ik heb een poos gepeinsd op al mijn doode droomen, Gepeinsd hoe 't wisselend leven mij diep vereenzaamd heeft; En als mij nu voor de oogen weer nieuwe klaarte zweeft, Dan is 't omdat door mij de blij belofte vaart Waarvan mijn vers 't onuitgesproken woord bewaart, Dan is 't omdat ik stil, uit de eigen wanengaarde De mooiste bloem, de vriendschap, een poos naast jou ontblaarde. F.V.E. Vorige Volgende