De Vlaamsche Gids. Jaargang 24(1935-1936)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Het Lied der leelijke Vrouwen Wij zijn de leelijke vrouwen: Niemand kijkt ons ooit aan, Geen man vraagt ons om te trouwen Of maar met hem mee te gaan; Spot en misprijzen ons griefden Omdat we eenzaam bleven en kuisch, Toch hunkert ook ons hart naar liefde, Wat teederheid, kindren, een thuis. Schoon, zegt men, en goed is het leven, Voor ons heeft het zoetheid noch zin, Het wou ons dat ééne niet geven, Waar lag heel ons roeping in. We werken voor 't brood dat we eten, Soms lachen we luid ondereen: Ons vlijmend gemis te vergeten Daarin lukt van allen niet één. Om 't verloren leven te morren Is nutloos: een ijdel verzet; Wij moeten langzaam verdorren, Dat is de onafwendbare wet; Want wij zijn de leelijke vrouwen, Geen mensch kijkt ons ooit vriendlijk aan, Ons rest maar na 't uitzichtloos rouwen, Zwijgend den dood in te gaan. FRANS DE WILDE. Vorige Volgende