vormende een goed, maar tamelijk duur leesboek voor het middelbaar onderwijs. - Een herdruk ook, zelfs een 13e druk, is Woordkunst, het lang klassiek geworden werk van A.P.C. Poelhekke, na dezes afsterven herzien door Gerard Brom; het blijkt nog altijd een der onmisbaarste handleidingen tot bestudeering onzer taal naar haar vorm en inhoud. - Tot de herdrukken, eindelijk, behooren de Précis de grammaire française (6e druk), de Exercices adaptés au Précis... (6e druk) en de Exercices adaptés aux Eléments... (4e druk), door L. Goemans, P. Larochette en V. Sondervorst, werken, die reeds herhaaldelijk in dit tijdschrift voorgesteld en aanbevolen werden, in verband met het middelbaar onderwijs. - Nieuwe uitgaven, ten slotte, zijn, in de reeks ‘A new English library’, Eight one-act plays of to-day, voor schoolgebruik bewerkt door A.C. Stehouwer en bedoelende, bij onze leerlingen M.O. een eerste stukje belangstelling te wekken voor Engelsche tooneelletterkunde van dezen tijd, en, ten gerieve van meer gevorderden in het Fransch, een zeer origineele bloemlezing, La France devant l'antiquité, samengesteld door W.F.C. Timmermans,... origineel dan in dien zin, dat alle bijdragen, - of ze handelen over landschappen, monumenten, taal, geschiedenis, wijsbegeerte, kunst, letterkunde, - aanschouwelijk maken, hoe het Fransch genie zich aansluit, rechtstreeks, bij het genie der Grieken en Romeinen.
Van de firma De Boeck, te Brussel, ontvingen we Onze Miel, een eerste leesboekje, door K. De Pauw. We willen het als taal, als illustratie niet met een ‘Pim en Mien’ gaan vergelijken, - en de Vlaamsche auteur zal dit ook niet. Maar zoo we kijken naar andere ‘eerste leesboekjes’ van Vláámschen bodem, erkennen we gaarne, dat er wat kinderlijks gebéurt, wat werkelijks lééft in dit boekje en dat de gekleurde prenten, - waar niet op gezien werd, - den inhoud rijkelijk illustreeren. Alleen, soms doen de prenten te overladen, te onrustig aan, - b.v. op blz. 14, 15, 22, 23, 28, 29, - en over 't algemeen ontbreekt aan de taal het humoristisch tintje, dat Ligthart zoo eigen is. We houden ons verzekerd, dat De Pauw, die werkelijk wat kán, onze bedenkinkjes met genoegen aanvaarden zal.
Bij de N.V. ‘Servire’, in Den Haag, verscheen een interessant boekje, Het Kralensnoer, door D.L. Daalder. De auteur heet het ‘een verzameling opgaven om Nederlands te leren schrijven,’ d.i. om, in scholen voor M.O., met vreugde en met praktischen uitslag opstellen te leeren maken. Ondankbare taak, indien men weet hoe weinig onze studenten voelen voor dit onderwerp. Maar toch ook weer zeer dankbaar, wanneer men aanvaardt, - en aanvaarden móet, - dat opstellen niet in hoofdzaak verbeeldings-