ten slotte dit leven doodbloedt in den maatschappelijken tredmolen.
‘Ditte’ is een zeldzaam mooi en aangrijpend boek, een psychologisch meesterwerk dat een hulde is aan den natuurmensch, die zich met moeite en strijd een toegang tot het leven verschaft, zich nuttig maakt als één van die vele naamloozen - een menschenkind, wiens kenteeken is, dat de handen altijd ruw zijn.
Martin Andersen Nexö, als leider van den linkervleugel der sociaaldemocratische partij, sloot zich, na de Russische revolutie, bij het Communisme aan. In 1921 verscheen zijn novellenbundel ‘De tomme Pladsers Passagerer’, opgedragen aan het Russische volk, terwijl hij in ‘Mod Dagningen’ (1923) een geestdriftige beschrijving geeft van zijn reis naar Sovjet-Rusland. Voor Nexö was het Russische Communisme de groote dageraad en lang heeft hij gehoopt dat de wereldrevolutie, uitgaande van de Sovjets, zich over de gansche wereld uitbreiden zou. Tot hij, ten slotte, op zestigjarigen leeftijd zijn illusies over de sociaaldemocratie en het Communisme prijs gaf.
Een zijner laatste werken is een groote roman over den Deenschen boerenstand: ‘Jens Vorup’ (1929; Amst. Van Holkema en Warendorf; geb. f 1,9).
De hoofdpersoon van dezen roman, Jens Vorup, is het type van den modernen Deenschen boer, aangegrepen door den geest van het groot-bedrijf en van het kapitalisme. Hij heeft den band met de aarde verbroken en is speculant, financier en genieter geworden. Hij is getrouwd met een vrouw uit een oude Grundvigiaansche familie en zijn schoonvader is een van de laatste Grundvigianers, een man van het vorige geslacht, zooals Jens Vorup, de ‘salpeter-profeet,’ de vertegenwoordiger is van den nieuwen tijd - den tijd der machines met de nooit rustende raderen en de steeds grooter wordende productie.
Het eerste deel eindigt met het uitbreken van den oorlog.
Door de omstandigheden is de omzet der hoeve gestegen, doch winst is er niet te boeken. Jens Vorup heeft het gevoel geen houvast meer te hebben en al meer en meer blijkt het dat Jens aangestoken is door de ziekte van den tijd, nl. alles te kapitaliseeren. De storm in de wereld heeft ook in Denemarken een wervelwind over het land gebracht. De handel neemt een geweldige vlucht en ook Jens is een van die boeren die zich bezig houdt met de kansen, die de oorlog hem biedt, zoodat de vreeselijke menschenslachting hem vroolijk en vertrouwend stemt. Het einde van den oorlog beteekent voor hem den ondergang. Na de geschiedenis met zijn bank is hij een gevallen grootheid, die het vertrouwen van iedereen, zelfs van zijn vrouw, verloren heeft.