| |
| |
| |
Boekbeschouwing
J. Wullus-Rudiger. La Belgique et l'Equilibre européen. Editions Berger-Levrault, Paris; 350 blz.; 18 Fr.; 22 photographische reproducties.
Onder den algemeenen titel ‘La Tragédie beige 1914-1918’ zullen drie werken verschijnen, waarin Dr. Wullus de rol, door België in den wereldoorlog gespeeld, zal uiteenzetten, volgens de jongste gegevens van de historische wetenschap en volgens onuitgegeven Duitsche documenten, afkomstig van den Duitschen Staf en de Opperste Legerleiding, het Duitsche ministerie van Buitenlandsche Zaken, het Gouvernement-Generaal in België tijdens den oorlog en het IVe Leger. De onloochenbare oorspronkelijkheid dezer stukken werd bevestigd door een oordeel van het Opperste Gerechtshof van Leipzig. - Het eerste van deze boeken verscheen intusschen. ‘La Belgique et l'Equilibre européen’ beschouwt België in de Europeesche evolutie, tusschen 1830 en 1914. Na de synthese van de politieke crisisperiode (1904-1914), - Tanger, Bosnië, Agadir, Balkanoorlog -, onderzoekt de schrijver de Belgisch-Duitsche verhouding in dien tijd, ontleedt dan de Belgisch-Engelsche betrekkingen, onze houding tegenover Frankrijk. Hij verklaart vervolgens de onmiddellijke oorzaken van den krijg, om daarna zeer verrassende dingen over deze dagen mede te deelen in het licht van den Duitschen Inlichtingsdienst. In een verder hoofdstuk balt Dr. Wullus de gebeurtenissen, die leidden tot de schending van de Belgische neutraliteit, samen. In een uitgebreid aanhangsel wordt onze geschiedenis toegelicht van ‘Waterloo tot Sedan’ en bewezen, dat België de sluitsteen van de Europeesche orde vormt; gehandeld wordt over de nefaste gevolgen van het Verdrag van Frankfort, en de geboorte van Triple Entente en Tripte Alliantie. Ten slotte beklemtoont de auteur de onpartijdige houding van de Belgische regeering tegenover zijn garanten.
In zijn arbeid heeft Dr. Wullus de geschiedkundige wetenschap tot een hoog peil weten op te voeren. Het kan niet anders of zijn werk zal veel verheldering brengen.
| |
Coudenhove-Kalergi. - Europa erwacht. Paneuropa-Verlag; Weenen; 300 blz.
Dit mooie boek van den stichter en leider der Panenropeesche Beweging brengt de geschiedenis van de pogingen, die trachtten te leiden tot de Europeesche verstandhouding, van Julius Cesar af tot Aristide Briand; het schetst de ontwikkeling der Europeesche cultuur van haar aanvang tot op onze dagen; de vorming van het Europeesche ras door drie duizendtallen van jaren heen. Deze wereldgeschiedkundige aspecten vinden hun bekroning in de levendige beschrijving van onze huidige historie, in de ophemeling van het Paneuropeanisme, zijn tegenstrevers, zijn vrienden en de problemen, die er mede samenhangen. Voor onze oogen ontrolt zich dan het Europeesche rijk van morgen met zijn geweldige koloniën, grondstoffen en economische mogelijkheden en worden de practische wegen aangeduid om het te verwezenlijken. Dit schilderij wordt omlijst door de teekening van de buiten-Europeesche wereld in haar economische, politieke en cultureele ontvouwing: Groot-Brittanië, Rusland, Amerika en Oost-Azië. Het sympathieke
| |
| |
werk sluit met de gedachte van het Europeesche moederland, dat alle vaderlanders kan omvatten; en met de belijdenis van het bestaan eener Europeesche natie en van het Europeesche patriotisme. Deze geweldige perspectieven in verleden en toekomst moet elkeen, die onzen tijd begrijpen wil, in zich opnemen.
| |
Bruno Brehm. - Das war das Ende. Verlag Piper, München; 506 blz.; ing. 4,40 M., geb. 5,80 M.
Bruno Brehm, de sterk begaafde Oostenrijksche romancier, de dichterlijke auteur van ‘Der lachende Gott’, ‘Susanne und Marie’, ‘Wir alle wollen zur Opernredoute’, en van de historische meesterwerken ‘Apis und Este’ en ‘Weder Kaiser noch König’, heeft in ‘Das war das Ende’ de geschiedenis van het einde van den wereldoorlog, van den vrede van Brest-Litowsk tot dien van Versailles, verhaald. Epische spanning verwekkend, wordt dit bonte gebeuren geschilderd. Elke bladzijde is éen leven en éen aanschouwelijkheid, al ontbreekt nooit ware gevoeligheid. We denken hier aan hoofdstukken als ‘Het sterven der Cathedralen’, ‘Het einde der Tsarenfamilie’, ‘De Tank overwint’, ‘Wilson grijpt in’, ‘In het Woud van Compiègne’, ‘De elfde November’, ‘Weimar, Tuni 1919’. Het boek laat natuurlijk een treurigen indruk achter; men zal het niet licht vergeten.
| |
Treitschke. - Deutsche Geschichte. Alfred Kröner Verlag, Leipzig; 2 deelen, 1124 blz., 27 afbeeldingen; 7,70 M.
Heinrich von Treitschke (1834-1896), na den dood van Ranke historiograaf van den Pruisischen staat, arbeidde van 1879 tot 1894 aan zijn voornaamste werk ‘Deutsche Geschichte im 19. Jahrhundert’. De geschiedenis van de Duitsche oorlogen en 's rijks innerlijke hernieuwing in de vorige eeuw doordringt zich met de historie van den bloei der Duitsche cultuur, kunst, literatuur en wetenschap in dien tijd, om een meesleepend geschreven volledig beeld van het Duitsche leven te vormen. Het huidige Duitschland stelt Treitschke als klassieker hooger dan Ranke of Mommsen, al bezit hij niet hun diepen geest. Hij is voor de tegenwoordige generatie de typische verkondiger van de nationale gedachte gebleven, dank zij de hartstochtelijke onvoorwaardelijkheid van zijn nationaal streven. Zoon van een generaal, zat het militaire hem in het bloed en zonder een hardnekkige doofheid ware hij soldaat geworden. Heel zijn leven zocht hij met zijn stormachtig temperament den strijd, zoo aanvallend, dat hij er zeer eenzijdig en scherp kwetsend door zou optreden. Zijn gansche levensarbeid spitste zich toe op het éene doel: de éenheid van het Duitsche rijk onder de leiding van Pruisen. Daartoe droeg deze Sakser, niet enkel als historicus, maar evenzeer als professor, machtig bij. De hoogstaltige man met den krachtigen kop, het dichte zwarte haar en de vurige bruine oogen, zette zijn toehoorders in laaiende geestdrift voor zijn politiek ideaal. Vergeten wij op dit oogenblik niet, dat hij, liberaal van overtuiging, zijn staatsgedachten te vereenigen zocht met de rechten van de vrije persoonlijkheid; want, en dat is nù zeer belangrijk, dezen geestesaristocraat, die nog in de humanistische vormen van de groote tijden van Goethe en Humboldt wortelde, lag de geestelijke vrijheid niet minder aan het hart dan de sterkte van den nationalen Staat.
| |
Dr. Schmelzeisen. - Das Recht im Nat. Soz. Weltbild. Schaeffer-Verlag, Hirschfeld, Leipzig; M. 1,20.
De schrijver geeft een beeld van het nationaalsocialistisch rechtsdenken. De grondslagen van het nieuwe Duitsche recht worden ontwikkeld, ook de doeleinden door deze vernieuwing beoogd. Het Romeinsche recht heeft afgedaan. Het wortelde niet in het volk; 't was een product van te intellectualistisch geschoolden: een juristenrecht. Het zocht de gerechtigheid in streng-wetmatige aanwending
| |
| |
van de begrippen en van hun systematische koppeling. Het richtte zich niet tot de gemeenschap en voelde niet met deze mede. Ook het natuurrecht is als de rechtsbeschouwing van den Aufklärungs-tijd uitdrukkelijk op het verstand opgebouwd en zet de met de aanneming van het Romeinsche recht begonnen ontwikkeling verder. Het is niet door een wereldbeschouwing gedragen en dit is de innerlijke oorzaak van zijn verval. In de nieuwe Duitsche wetspraak moeten de abstracte algemeenbegrippen zoo spaarzaam mogelijk aangewend worden.
| |
Dr. H. Nicolai. - Der Staat im Nation. Soz. Weltbild. Schaeffer-Verlag, Hirschfeld, Leipzig, 70 blz.; M. 1,50.
De nat. soc. Staat wordt door den Staatsgeest in stand gehouden. Hij eischt de volkomen doordringing van het gezamenlijke volks - en staatsleven door dezen geest; hij maakt aanspraak op totaliteit. Er is geen verschijnsel van het openbare en het private leven, dat den Staat niet aangaat. De overwinning van het nationaal-socialisme over de dualistische staatsopvatting (tegenstelling Volk-Staat) leidde tot deze wezenlijke staatsrechtelijke gevolgen: 1) afschaffing van de grondwettelijke rechten; 2) van de volksvertegenwoordiging; 3) van de partijen; 4) gelijkschakeling van de openbare en de private verbonden en genootschappen. Aan het hoofd van den Staat bevindt zich de Leider. Zijn bevoegdheid is aangeboren. Hij draagt alleen de verantwoordelijkheid. Het gansche onderwijswezen staat in dienst van de nat. soc. wereldbeschouwing. De Staat is middel tot het doel. Dit ligt in het behoud en den groei van een gemeenschap van physisch en zielkundig gelijkaardige wezens.
| |
Friedrich Heiss. - Deutschland zwischen Nacht und Tag. Verlag: Volk und Reich, Berlijn. 1934. M. 6.60.
Dit werk, dat in albumvorm een paar honderd beelden te aanschouwen geeft, moet bewijzen, dat de nacht van Duitschland geweken is, maar de dag toch nog niet doorstraalt. De Duitschers leven in een toestand van schemering, die op 30 Januari 1933 aanving. Zij willen vrijheid, arbeid en vrede. De auteur verwondert er zich over, dat de wereld zoo weinig dankbaar is voor het toebrengen van den genadeslag aan het Duitsche Communisme. De huidige regeering verjoeg de bolsjewistische machten. Nu staat het Duitsche volk voor zijn beslissing; millioenen volgen den Leider tot het einde.
Technisch is het boek buitengewoon verzorgd.
| |
H.B. Wheeler. - Napoleon. W. De Haan, Utrecht; 300 blz.; fl 0,90 ing.; fl 1,50 geb.; 24 illustraties; 2 kaarten.
Baron Nahuys bewerkte deze zeer spannende en fascinecrende geschiedenis van 's Grooten Keizers veelbewogen leven op meesterlijke wijze in het Nederlandsen. Deze zeldzaam goedkoope uitgave met haar schitterende illustraties, kan in dezen dictatorialen tijd velen doen nadenken over de nauwe verwantschap tusschen Overwinning en Ondergang. Alhoewel duizenden boeken over Napoleon in het licht zijn gegeven, biedt deze historische arbeid een heel eigenaardig, juist, levendig en duidelijk beeld van den Organisator, die het Fransche volk van anarchie tot orde bracht. In hoofdzaak werd gesteund op de standaardwerken van Dr. Holland Rose, Sir John Seeley, Loraine Petre, Sir Archibald Alison, Oscar Browning, Heresford George. De woorden van Carlyle, dat de Man van het Lot ‘onze laatste groote figuur’ is geweest, kunnen nog immer beaamd.
Dr. J.P.
| |
| |
| |
Nieuwe uitgaven.
Van de N.V. Van Gorcum en Co, Assen: |
Dr. D. LOENEN: Mens en Maatschappij in Plato's ‘Republiek’; 23 blz.; 75 cents. Nr 16 van de serie ‘Vragen van Nu.’ |
Drie nummers uit het Tooneelfonds Kamptoneel; ieder 30 cents: |
17. F.L. AARDEMA: Het kwartet; De vechtersbazen; De kattenmoedertjes; Chineze kooplui: vier eenvoudige zangstukjes. |
18. F.L. AARDEMA: Nooit ruzie. Uitsluitend voor meisjes. |
19. Dr. M.H. VAN DER ZEYDE en Drs J.H. HOORNWEG: Toe maar. Een berijmde bewerking van de ‘genouchelijke clute van Nu noch.’ |
Dr. T. GOEDEWAAGEN: Wat is een Volk? 22 blz.; 75 cents. |
Over volksaard, volksarbeid en volksorde. |
Van J. Van Loo, Amsterdam: |
L. FLES: Godsdienst, Openbare School en Zionisme in hun wanverhouding tot de S.D.A.P.; 47 blz.; 30 cents. |
Van de Vlaamsche Boekcentrale, Antwerpen: |
ELISABETH SCHNEIDER: Morgen word ik 21, beslissende dagen in het leven van 'n jong meisje. Uit het Duitsch vertaald door Dr. PAUL HARDY; 252 blz.; 20 fr.; geb. 25 fr. |
Een onderhoudend dagboek van een meisje uit een provinciestadje, dat in de grootstad een vrij lastigen levensstrijd heeft moeten voeren eer ze, weer thuis, vrede en waarachtige vrijheid in vrijwillig gedragen levenstucht terugvindt. |
Van H. Van Tichelen, St. Vincentiusstraat, 67, Antwerpen: |
De Kleine Vlaming, April 1935. |
Nieuws van de maand; Mooie boeken; Tijl Uilenspiegel, X-XIV, door E. Bosschaerts; Sprookjes en vertellingen; De eerste Spoorweg; Voor honderd jaar, met twee platen uit het werk van H. Van Tichelen, een historisch document; Boekenkast; Onze prijskampen. |
Van de N.V. Van Loghum Slaterus' Uitgeversmij, Arnhem: |
JO OTTEN: Angst, dierbare Vijandin; 192 blz.; f 1.90, geb. f 2.60. |
MIGUEL DE UNAMUNO: St. Manud Bueno, martelaar; 40 blz.; f 1.10, geb. f 1.75. |
Bespreking volgt. |
Van J.B. Wolters' Uitgevers-maatschappij, N.V., Groningen: |
Dr. J. ENDEPOLS: Lijst van woorden, gewijzigd volgens de spelling-1934, inzonderheid bedoeld als supplement bij het Handwoordenboek, tevens aangevende het gebruik der buigings-n bij de zogenaamde gemcenslachtige woorden, de mannelijke persoons - en diernamen met overdrachtelijke betekenis, in zegswijzen en in enige andere gevallen; 54 blz.; f 0.50.
|
|