| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Kardinaal Faulhaber. - Jodendom, Christendom, Germanendom. Uitg. Fidelitas, Amsterdam; 142 blz.
Dit is de tekst van vijf moedige preeken (De godsdienstige waarden van het Oude Testament en haar vervulling in het Christendom. De zedelijke waarde van het Oude Testament en zijn waardeering in het Evangelie. De sociale waarden van het Oude Testament. De hoeksteen tusschen Jodendom en Christendom. Christendom en Germanendom), in de grootste kerk van München, St. Michaël, gehouden. De toeloop was zoo groot, dat in de beide dichtstbij gelegen kerken luidsprekers moesten worden aangesloten. Door ontelbare aanvragen van heinde en ver was het noodig de preeken in boekvorm samen te vatten.
| |
Historikus. - Der Faschismus als Massenbewegung. Graphia, Karlsbad; 8 fr.
Hier wordt ons een overzicht geboden over de fascistische beweningen in Europa. Deze plastische voorstelling toont, hoe in de hypernationalistische landen de verregaande ontaarding der staatsapparaten het moderne fascisme, door de vorming van gewapende ‘Stosztrupp’-formaties, mogelijk maakte. Bewezen wordt waarom de vrijzinnige partijen in Duitschland niet in staat waren den revolutionairen toestand, geschapen door de economische crisis, in democratischen zin te herleiden. We leven in een tijdperk van den cultus van het ruwe geweld en de verachting voor wetenschappelijke ontwikkeling; de instincten zegevieren. Het autoritaire stelsel kan zich echter niet blijvend handhaven, daar het onverzoenlijk staat tegenover het vrijheidsstreven van den modernen mensch, dat zich ten slotte niet meer zal laten onderdrukken.
| |
X. - Grenzen der Gewalt. Graphia, Karlsbad; 8 fr.
In onzen tijd spreekt het geweld het eerste en, zoo schijnt het dikwijls, ook het laatste woord; het triomfeert in sommige landen zoo volledig over rede en wetenschap, cultuur en zedelijkheid, dat bij velen het geloof aan andere machten volkomen verzwindt en een valsch vertrouwen in de grenzenloosheid van het geweld om zich heen grijpt. Tegen dit bijgeloof treedt de auteur beslist in het strijdperk. Hij schakelt de gebeurtenissen van den laatsten tijd in Centraal-Europa in de geschiedkundige ontwikkelingsrij in, en wij erkennen met hem, dat er geen spraak zijn kan van voorvallen, die aan den loop der historie een nieuwe richting geven, maar slechts van troebele verschijningen, wel is waar van reusachtigen omvang, maar toch van vergankelijken aard.
| |
Julius Deutsch. Putsch oder Revolution? Graphia, Karlsbad; 8 fr.
Deutsch toont aan de hand van de geschiedenis van het socialisme, wat de bewuste Marxisten van het blanquistische Putschisme en soortgelijke leerstellingen scheidt. Dit onderzoek is van gewichtige internationale beteekenis. Militaire
| |
| |
organisaties alleen, al worden zij door oprechten heldenmoed gedragen, vermogen niet het fascisme af te weren. Den bevrijdingskamp moet de gansche arbeidende klasse voeren. De auteur waarschuwt tegen de op dit oogenblik menschelijk zeer verstaanbare, maar politiek valsche overschatting van het geweld, als hoofdzakelijk middel tot democratische emancipatie. Het zal ook wel zonder barrikaden gaan, en zonder dictaturen. De historische missie van de democratie bestaat hierin, de volkeren naar de Vrijheid te voeren, en niet in de verwisseling van de kleur der ketens.
M.
| |
Georg Bernhard. - Die deutsche Tragödie. Orbis Verlag; Prag; 350 blz.; 5 RM.
Georg Bernhard, de vroegere hoofdopsteller der ‘Vossische Zeitung’ en gewezen lid van den Rijksdag, schildert minutieus den zelfmoord van de Duitsche Republiek. Hij doet zulks als een oprecht democraat, die steeds blijk geeft van volstrekt eerlijken critischen zin. Zijn boek opent historische perspectieven en legt de ware gronden bloot, die het republikeinsche Duitschland naar den afgrond dreven. 't Is een zeer gewichtige bijdrage tot onze tijdgeschiedenis. Met belangstelling zal men naar dit nauwkeurige werk grijpen, dat zoo kostbare gegevens bevat. Uitvoerig, grondig gedocumenteerd, vlijmscherp, en toch uiterst bezonnen, immer belangwekkend, handelt deze politieke specialist over: November 1918, Weimar, Versailles, de mislukking der democratie, de herstellingen, den milliardendans, de inflatie der moraal, de wedergeboorte van het militarisme, het Ruhravontuur, Stresemann, een republiek zonder republikeinen, den geest van Locarno, van Dawes tot Young, de zonden der bourgeoisie, den bankenkrach, den Trommelaar (Hitler), Brüning, von Papen, Schleicher, den brand in den Rijksdag, het Hitleriaansche Hemelrijk.
| |
Witboek over de gebeurtenissen van 30 Juni 1934. Editions du carrefour; Boulevard Montparnasse; Parijs; 210 blz.; vele illustraties. Voorrede van George Branting.
Het Nationaalsocialisme kon zich door een reeks gewelddaden den weg naar de macht banen; om deze te behouden moet dezelfde methode voortdurend aangewend. De techniek van 30 Juni 1934 komt dan ook volledig overeen met deze van 27 Februari 1933, toen de Rijksdagbrand oplaaide. De offers van 30 Juni, waaronder de voorganger van den huidigen Rijkskanselier, generaal von Schleicher, werden als honden, zonder eenigen vorm van proces, neergeschoten.
Dit documentarisch boek is van een zeer bizondere politieke en moreele beteekenis, gezien in het licht van onzen laatsten tijd. Het geeft een diepen blik op de zeden van de Duitsche regeeringspartij, ook in verband o.a. tot den Rijksdagbrand (getuigenis van Groepleider Ernst) en tot den moord op Dollfuss. Voor allen, die tegen het faschisme opkomen, zal het een geducht wapen blijken te zijn.
| |
L. Dumur. - De Slachter van Verdun. Vertaald door P. Kiès. Uitgave Delko, Amsterdam; 410 blz.
Dit uitstekend vertaald en bewerkt vervolg op ‘Nach Paris’ kan niets anders dan walging inboezemen voor alle oorlogsbedrijf. In zijn voorwoord wijst Paul Kiès er op, hoe duidelijk de afkomst van het Nationaalsocialisme in Duitschland te verklaren is uit het Pruisisch militarisme van voor 1918, al doet hij dit laatste, zoo schrijft de boeiende hoofdredacteur van het algemeen democratisch weekblad ‘Oorlog of Vrede’, feitelijk nog onrecht; want het is nog vrij beschaafd, vergeleken met de beweging, die het Derde Rijk voortbracht.
| |
| |
Dit boek, vol rake zeggingskracht en geweldige spanning, zal zijn doel gewis bereiken.
| |
A. Neumann. - Neuer Caesar. Verlag Allert de Lange, Amsterdam; 640 blz.; ing. 3.50 Gld.; geb. 4.50 Gld.
Alfred Neumann, de Duitsche banneling, vertelt in dezen historisch-politieken roman de geschiedenis van Napoleon III, van zijn jeugd af tot aan den Staatsgreep. Fijn en toch onverbiddelijk psycholoog, doet hij de 19e eeuw vóor ons leven, van den grooten Napoleon tot den ‘kleine’, ontsluiert de toenmalige geestelijke vraagstukken, schetst met vaste hand staatshoofden en ministers, avonturiers en beruchte minnaressen. De schildering van het bewogen leven van den merkwaardigen en raadselachtigen zoon van de mooie, zinnelijke koningin van Holland, Hortense de Beauharnais, en den Nederlandschen admiraal Verhuel, van Louis Bonaparte, wiens dualistische natuur evenzeer tot de politiek als tot de erotiek aangetrokken werd, is voorzeker Neumann's meesterwerk, grootscher dan zijn ‘Der Patriot’, ‘Der Teufel’, ‘Rebellen’, ‘Guerra’, en ‘Der Held’. Tot de school behoorende der Neo-romantiek, wil de auteur met de middelen van het realisme en het naturalisme, figuren en culturen uit het verleden opdiepen en het eeuwig-menschelijke in hun schijnbaar door het noodlot bezweren handelingen aantoonen. Streng logisch spoort hij de zwakheden op in de sterken de goede kanten bij de slechten. Raak merkt hij op, dat b.v. het mysterieuze in Napoleon III een uiting was van het Germaansche ferment in hem, dat gistte sinds zijn prille opvoeding; immers Duitschland schonk hem het eerste weten en zijn eerste taal en wellicht ook zijn eigenzinnige droomnatuur. Deze onechtheid deed hem Frankrijk vergiftigen.
| |
J.W. van Cittert. - Slaat op den Trommele. Van Dishoeck; Bussum; ing. fl. 2; geb. fl. 2,90.
Dit historisch verhaal, geschreven in den stijl der zestiendeeuwsche kronieken, vertelt van de ‘schrikkelijke voorvallen, de wreede penitentie en het droeve onheil, dan tevens van de gelukzalige victorie, de rijke verblijdenis en de roerende zegening in de turbulente jaren 1571 en 1572 gekomen over Geerlof Thijmensz, poorter binnen der Goude (Gouda), en zijn liefste dochtertje Barbara.’ Een 150 bladzijden boeiende geschiedkundige lectuur, die men niet onderbreekt, eens begonnen. Ze houdt u geweldig vast, ook door de snedige taal, en is onbetwistbaar onder de beste in haar aard te rekenen. Een niet te miskennen literair talent uit de auteur in beeldrijke en zwierige verwoording.
Dr. J.P.
|
|