| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Internationale Vraagstukken. - D.A. Daamen's Uitg. Mij, Den Haag; 200 blz.
Deze beteekenisvolle uitgave van de Nederlandsche Vereeniging voor Volkenbond en Vrede geeft ten aanzien van de brandende internationale vraagstukken essentieele beschouwingen van vooraanstaande deskundigen. De meest actueele problemen worden hier aangeraakt en helder belicht. Met graagte en met veel vrucht zuilen deze rijke bijdragen door elk ernstig mensch gelezen worden.
Jhr. Mr. Dr. van Karnebeek behandelt ‘Het Wezen van den Volkenbond’. Prof. Mr. Rutgers heeft het over ‘Ontwapening en Veiligheid’. Mr. van Lanschot verdedigt de ‘Georganiseerde Europeesche Samenwerking (Pan-Europa). Mr. Limburg duidt het verschil aan tusschen ‘Internationale Arbitrage en Rechtspraak’. Prof. François schrijft over ‘Oorlogsverboden’. Prof. Verzijl bewijst in ‘De Vredesverdragen en hun mogelijke herziening’, dat elke poging tot forceering van wat slechts langzaam rijpen kan, het kwaad slechts verergeren zou. Prof van Hamel vat de typeerende kenmerken van het nationaal-socialisme en het fascisme samen in deze 5 punten: 1) afkeer van den parlementairen regeeringsvorm; 2) kritiek op den rechtsstaat; 3) achteruitzetting van de persoonlijke vrijheid; 4) sterke staatsbemoeiing met alles; 5) onverschilligheid voor internationale samenwerking.
Mr. Everwijn omlijnt duidelijk het vraagstuk der ‘Herstel- en Oorlogsschulden’. A.A. van Sandick schetst het uitzicht der voorname ‘Financieele en economische problemen van dit oogenblik’. Mevr. Kluyver betoont in ‘Amerika en de Volkenbond’, dat te Washington het gevoel van solidariteit met de verdere volkengemeenschap toeneemt. Mevr. Mr. Bakker-Van Bosse slaat bezorgd de kwestie der ‘Nationale minderheden’ gade. De hr. van Rees wijst op de beteekenis van ‘Het Instituut der Volkenbondsmandaten’. De hr. Serrarens drukt er in ‘De Internationale Organisatie van den Arbeid’ op, dat de beslissing over het succes van het sociale, zoowel als van het politieke werk van Genève niet daar ligt, maar bij de regeeringen, bij de volkeren. Mr. v.d. Flier eischt in ‘Particuliere- of Staatswapenfabricage’ de uitschakeling van het bijzondere belang. Dr. de Boer teekent ‘De verhouding tusschen Duitschland en Frankrijk’. Prof. Moresco spreekt zich uit over ‘De vraagstukken van het Verre Oosten en de Stille Zuidzee’. De hr. Schraver belicht ‘Vraagstukken van de Adriatische en de Middellandsche Zee’. Prof. Frijda ziet ‘De lijn van de Economische Politiek in Sowjet-Rusland’. Dr. van Raalte geeft een klaar beeld van de praktijk van ‘Het Britsche Gemeenebest van Naties’. De hr. van der Mandere oordeelt dat ‘Het vraagstuk van den Poolschen Corridor’ in de naaste toekomst niet geacht behoeft te worden Europa te verontrusten. Ten slotte hoopt Dr. James, dat ‘De naderende Volksstemming in het Saargebied’ Europa zal verlossen van een der gevaarlijkste problemen, welke de Wereldoorlog ons achterliet.
| |
Gerhart Seger. - Oranienburg. Verlag Graphia, Karlsbad; 10.50 fr.
Dit getuigenis van Gerhart Seger, gewezen lid van den Duitschen Rijksdag, die er in slaagde op wonderbare wijze uit de Oranienburger-hel te ontvluchten,
| |
| |
zal den sterksten indruk in de gansche beschaafde wereld verwekken. De sympathieke persoonlijkheid, die het beeld van den auteur ons te aanschouwen geeft, roept de huidige Duitsche machthebbers tot verantwoording op voor al de gruwelijkheden, die in hun naam geschieden, en die ons ijzen doen. De mededeelingen gebeuren eenvoudig, zonder het minste pathos, de kleinste overdrijving, en ontroeren ons diep. Zooveel barbaarschheid moest toch een einde kunnen gesteld!
Heinrich Mann, weleer President der Pruisische Academie, schreef het voorwoord, waarin het o.a. heet: ‘In Duitschland misbruiken heden slechte bewindvoerders hun onverdiende macht, en de onderdrukten bukken zich vol angst. Een geheel volk leeft in schrik; wordt door schrik ontzedelijkt en ontzenuwd. Zij, die het beheerschen zijn bedriegers, leugenaars, moordenaars van lichaam en van zielen...’
De bevindingen van den hr. Seger zijn volkomen van denzelfden aard als deze, opgedaan o.m. door Thomas Petersen uit Aabenraa, die langen tijd in het concentratiekamp van Papenburg zat (Rotterd. Ct. 4 April ll.).
| |
Max Klinger. - Volk in Ketten. Verlag Graphia. Karlsbad. 1934; 104 blz.; 13 fr.
Te Munchen verklaarde rijkskanselier Hitler tijdens het Revolutieappel, dat er thans voor het Duitsche volk wederom een lente aangebroken is, waarin allen gelukkig zijn. De Almachtige heeft Duitschland weer in genade genomen, zoodat het zich terugvond. De Heer zal het niet weer verlaten. - Deze arbeid nu van Klinger heeft het over dit ‘gelukkig’ zijn. Hij komt tot het besluit, dat er tusschen Duitschland en den Europeeschen cultuurkring een diepe kloof ontstaan is. De barbaarschheid, zegt hij, heerscht in het land van Goering. De middeleeuwsche toestanden zijn verrezen. De ideologie van het despotisme spreekt geen cultuurtaal; haar begrippen zijn spoken. De mannen, die de dwingelandij organiseeren, zijn zonder gewetensbezwaren en hebben, volgens het woord van Goebbels, een wereldmissie te vervullen, dank zij een ‘dolle-hondspolitiek’. Het recht van de menschelijke persoonlijkheid heeft uitgediend. Alleen de Slaatsidee heeft reden van bestaan. De mensch is voor haar een willoos object.
| |
Julius Deutsch. - Der Bürgerkrieg in Oesterreich. Graphia, Karlsbad; 100 blz.; 24 illustraties; 21 fr.
Julius Deutsch, drie jaar lang minister van oorlog na de stichting in 1918 van de Oostenrijksche republiek, stichter en aanvoerder van den republikeinschen Schutzbond, verliet slechts zijn vaderland na verscheidene dagen gestreden te hebben en gekwetst geweest te zijn tijdens de gevechten, in de bloedige Februaridagen van dit jaar in Oostenrijk geleverd. Het verhaal, dat hij nu geeft, is de eerste authentieke beschrijving van den vreeselijken strijd, door den Schutzbond ‘voor de verdediging van de Grondwet, voor de bescherming van de rechten van den mensch’ gevoerd. 't Is een historisch document van onbetwistbare waarde, dat getuigt voor den vrijheidszin van de aanhangers van den auteur. Niet alleen de krijgsfeiten, ook de politieke antecedenten worden geschilderd, zoodat men een klaar Gesamt-beeld van de treurige gebeurtenissen bekomt, van hun aanvang tot hun afschuwelijk einde. Het zijn bittere bladzijden van een tragische plastiek, passievol, diep-menschelijk, éen snik om vrijheid.
(Er verscheen ook een Fransche uitgave, onder den titel ‘La guerre civile en Autriche. Récit de participants et de témoins oculaires).
| |
| |
| |
W. Bade. - Geschichte des dritten Reiches. Ch. Coleman, Lubeck; 120 blz.; geb. RM. 3. Met 27 foto's.
Dit werk is het eerste deel van een te verschijnen ‘Geschiedenis van het Derde Rijk’ en geeft een overzicht van de gebeurtenissen, die zich in 1933, het jaar der ‘Revolutie’, in Duitschland voordeden. Hier wordt in samenvattingen achtereenvolgens een kijk gegeven op: het kanselierschap van Schleicher, het optreden van Göring tegen Papen, Papens ontslag, het geval Strasser, het kabinet Hitler, den Rijksdagbrand, de noodverordeningen, het communistisch gevaar, de Danziger- en Kehler-incidenten, de gelijkschakeling, de ‘verovering’ van Beieren, het anti-semitisme in Duitschland, de aanstelling van minister Goebbels en van Dr. Schacht, den dag van Potsdam, de programmarede van Hitler, de aanhouding van Dr. Gereke, het vier-mogendheden-pact, de briefwisseling Goebbels-Furtwängler, het arbeidsfront, de nieuwe Pruisische Dichteracademie, de totaliteitsgedachte, het conflict met Oostenrijk, de zege der Duitsche Christenen, Hugenbergs einde, de oplossing van het Centrum, het Concordaat, de likwidatie der landen, Duitschland uittrede uit den Volkenbond.
| |
Paul Harsin. - Comment on écrit l'histoire. Georges Thone, Liège; 152 p.
In de ‘Bibliothèque scientifique belge’ verschijnt dit diep-doordacht en toch zoo helder geschreven werkje van den heer Harsin, hoogleeraar aan de Universiteit te Luik. Eigenlijk worden hier een vijftiental lessen over de ‘Beginselen der historische critiek’ gepubliceerd. Subtiele discussies werden achterwege gelaten.
I handelt over drie essentieele beginselen (dit van de historische waarheid, van het geschiedkundige feit, van het historische document); II over het documentatiewerk; III over de noodzakelijke voorafgaandelijke kennis; IV over de critiek der authenticiteit; V over de critiek der geloofwaardigheid (crit. der interpretatie; hoedanigheid der vaststelling; crit. der bevoegdheid, der nauwkeurigheid, der oprechtheid; kwestie van het nazicht); in VI gaat het over de historische synthesis (het groepeeren der feiten; hun interpretatie en het historisch verhaal; hun verklaring en het oorzakelijk beginsel; het individueele en het collectieve in de geschiedenis. Vrijheid, toeval en determinisme. Oprechtheid. Onpartijdigheid. Objectiviteit. Subjectiviteit. Waartoe dient de geschiedenis?).
In het aanhangsel toetst de geleerde auteur bepaalde bekende ‘historische’ woorden aan de werkelijkheid.
| |
A. Micha. - La Reincarnation et le Karma. Lumen, Avenue de la Toison d'or, 112, Brussel; 64 blz.; 6 fr.
Het lijdt geen twijfel, dat spreekt van zelf, dat er in de natuur nog een massa geheimenissen zijn, die zij ons nog moet ontsluieren. Electrische verlichting, stoom, gas, X-stralen, radio, telefoon en telegraaf met en zonder draad, vliegtuigen, kinema, beeld- en kleurenoverzetting, enz. hoeven ons dus niet te trotsch te doen wezen. Uit de verscheidene oplossingen der denkers straalt slechts een flauwe glans der waarheid. Het loont voorzeker de moeite dientengevolge de hypothesen van Micha, die steunt op Fourier, Enfantin, Leroux, Barrault, Bonnet, Dupont, Ballanche, Lessing, Schlegel, Reynaud, Balzac, Amiel, Janet, Huxley..., te overwegen.
| |
Ridder Le Clement de Saint-Marq. - La Clef scientifique du Spiritisme. Editions Lumen. Avenue de la Toison d'Or, Brussel.
De pionnier van de spiritistische gedachte in ons land - we hoorden hem 25 jaar geleden te Antwerpen zijn theorieën, die hem zoo nauw ter harte liggen, met ongemeen vuur verdedigen - verklaart in dit werk de leer van het noumenon
| |
| |
van Kant, volgens welke wij de dingen niet kunnen kennen, zooals ze eigenlijk zijn, maar alleen de voorstellingen, die wij er volgens den aard van ons kenvermogen van vormen. Kant noemde deze voorstellingen verschijnselen of phenomena en gaf aan datgene, wat den grond dier verschijnselen uitmaakt, den naam van ‘Ding an sich’ of noumenon. De redenen waarom de theorie van het noumenon de eenige is, die toelaat het spiritisme op ‘wetenschappelijke’ wijze op te bouwen, worden in deze para-psychologische studie snedig vertolkt. Men lette er echter op, dat men de bepalingen en woordbeelden van wijsbegeerte en wetenschap niet verwarre.
J.P.
| |
Nieuwe uitgaven.
Van H. Van Tichelen, St. Vincentiusstraat, 67, Antwerpen (postcheck 714.84):
De kleine Vlaming, een maandblad voor kinderen, onder redactie van HENDRIK VAN TICHELEN (abonnementsprijs: 14 fr.), dat al 16 jaargangen beleefde. Het verdient met lof vermeld en in ruime mate aangemoedigd te worden.
We doorloopen even de afleveringen October 1933-Mei 1934 en stippen daar o.m. in aan: Schoolopstellen van Stijn Streuvels; een onuitgegeven verhaal van mevrouw Selleger-Elout; een ander van Antoon Van de Velde; een derde van Fons Van Hoof; andere weer van den vruchtbaren Nonkel Mandus, van Tine Rabhooy, van F. Simpelaere, zonder de sappige herinneringen uit de schooien kinderjaren van Jef De Ryck te vergeten. Mevrouw S. Verzele-Madeleyn en Tine Rabhooy zorgden voor gedichten, en de hoofdopsteller is met de vertaling begonnen van ‘Berni, een kleine Jongen’, door H. Scharrelmann. Regelmatig worden illustraties of portretten van kunstenaars opgenomen, mooie boeken besproken, grapjes verteld en prijsvragen, raadsels en rekenvoorstclletjes ter oplossing uitgeschreven. De toon is altijd uitmuntend, de inhoud zoo keurig als afgewisseld en de stoffelijke uitvoering zeer verzorgd.
Van Georg Westermann, Braunschweig:
Dia, ein Orbis pictus für die Freunde des Lichtbildes, Heft 13 (4e jaargang nr 1 ); 6 M. 50; per abonnement voor 4 afl., 22 M.
40 diapositieven, de meeste gekleurd, handelende over eenige volksliederen, over de Krupp werkhuizen, over Schiller en over eenige Duitsche gedenkteekenen, alle met een verklarenden tekst.
|
|