| |
| |
| |
Boekbeschouwing
Jan Feith. - Dick en ik. - N.V. Leopold, Den Haag.
Op het uiterlijk afgaand, zou men dit boek voor weer een van die avontuurlijke, op het randje af onmogelijke jongensverhalen nemen, waar Feith het geheim van heeft; en zijn eigen silhouetten voor de ondeugende illustratie er van. Dit, om dan maar dadelijk te zeggen: dit boek is een afwijking, of juister, een boek voor volwassenen, met denzelfden avontuurlijken geest er in, denzelfden humor, dezelfde onvervaardheid het radikaal onmogelijke te benaderen,... maar het valt daarom des te moeilijker als geheel te aanvaarden. ‘Dick’ is in dit werk de geboren toerist, met alle jaargetijden en alle soorten van toerisme mee; ‘ik’ is zijn intieme vriend of zijn alter ego, de journalist, dien hij van al zijn ondernemingen, - te voet, op de fiets, op den motor, op de ski, in de auto, in de lucht, - vertelt of dien hij wel eens meeneemt op zijn avontuurlijke tochten. Humor, véél humor zit er in de táál van Jan Feith en ook wel in de dikwijls extravagante gebeurtenissen; maar het geheel steunt te doorloopend op dien humor, buit dezen te stelselmatig en te uitsluitend uit, dan dat we het ten slotte nog genieten zouden. Feith's illustratie kenschetsten we al; ze is ook in dit bock verrassend knap en ondeugend. De uitgevende firma keek niet op de kosten van een royale inkleeding.
| |
Joh. Fabricius. - Het meisje met de blauwe hoed. - H.P. Leopold, Den Haag.
Het is een toeval, dat we dit boek juist na het werk van Feith gelezen hebben; maar dit toeval wil dan, dat we bizonder tastbaar en ten gunste van Fabricius het verschil te genieten kregen tusschen humor, die in hoofdzaak aan de táál vastzit, en humor, die, bij alle taalknapheid, vooral wortelt in de gebéurtenissen en tóestanden. Indien we met één zin de groote gebeurtenis uit Fabricius' roman wilden aanduiden, zouden we zeggen: de soldaat Daantje, een beste, maar naïeve jongen uit een kleine gemeente, raakt in zijn kazernestad verkikkerd op Betsy, die een blauw hoedje draagt, vrijt haar op, koopt haar geschenkjes, tot hij diep in de schuld zit, maar kan haar ten slotte niet krijgen, omdat zij, gepatenteerd soldatenliefje, hem zoomin als een andere getrouw wil blijven. Met zulk een zin, echter, deden we Fabricius maar nauwelijks recht aan. Want om dit ééne gebeuren heen speelt zich, met de oogen van een humorist en een stilist gezien, heel het soldatenleven af, in en ook wel buiten de kazerne, en uit dat leven treden enkele typen naar voren, als de foerier, de sergeant, de kapitein, de kantoorklerk, maar vooral Daantje's kameraad, de onbetaalbare soldaat Toontje, dien men zoo gauw niet vergeten zal. En dan zijn daar Daantje's avontuur met de doos voor den kapitein, Daantje's eerste kennismaking met Betsy, Betsy's geslepen exploitatie van Daantje's naïeve verliefdheid, Daantje's verstoord bezoek bij Betsy's ouders, Daantje's verkoop van zijn burgerpakje, Betsy's vrijpostig optreden bij haar bezoek aan Daantje's familie,.... en, overal tusschendoor, de bemoeiïngen van het extra grofgesneden Toontje, den uitzuiger van Daantjeen toch ook diens schutsgeest bijwijlen, die weet wat soldatenvrijage en een soldatenlief waard zijn. Och kom, daar zitten honderd détails in dit boek, allerkostelijkst uiterlijk, maar achter het plastische woord zoo pijnlijk, zoo
innerlijk schrijnend soms. Maar bij dat alles
| |
| |
houdt men, onvergetelijk, den indruk over van het gehéél, dat een méésterstuk is van raak waarnemen, aanvoelen, medeleven, een méésterstuk van logischen uitgroei, van eenheid, zonder eenige inzinking. ‘Het meisje met de blauwe hoed’ is een der zeldzame romans, die men werkelijk bezitten moet!
| |
Dr. T. Goedewaagen: Nietzsche. - Dr. J.D. Bierens de Haan: Schopenhauer. - J. Philip Kruseman, Den Haag.
Deze werken maken deel uit van de door Kruseman aangelegde reeks ‘Helden van den geest’.
Beide Duitsche wijsgeeren, Nietzsche, de verheerlijker van den ‘Uebermensch’, en Schopenhauer, de filozoof van het pessimisme, zijn meer bij name en naar losse aanhalingen dan naar hun werken en hun wijsbegeerte bekend en men moet al werkelijk gespecialiseerde universitaire studiën doen, om zich genoopt te voelen, die filozofen, - naast anderen, - uit te diepen.
Dr. Goedewaagen en Dr. Bierens de Haan leveren ieder een monografie, die als eenig doel blijkt te hebben, een ernstige inleiding te zijn tot den geest en de levensopvattingen der behandelde filozofen, en zulks aan de hand van dezer werken, waaruit stelselmatig geciteerd wordt. Dr. Goedewaagen laat Nietzsche's ‘Alzoo sprak Zarathustra’, dat hij best bekend acht, zoogoed als onbesproken, om vooral uit de andere werkon te putten. Dr. Bierens de Haan schakelt Schopenhauer's losse opstellen uit, om in hoofdzaak den nadruk te leggen op zulke werken, waaruit vóór alles Sch.'s wereld- en zedenleer naar voren treedt.
Studeerenden wezen deze uitgaven, - die zoo ruim mogelijk geïllustreerd zijn, - aanbevolen.
| |
Ten Bruggencate-broers. - Engelsch woordenboek, II. Nederlandsch-Engclsch. - J.B. Wolters, Groningen.
Het woordenboek van Ten Bruggencate is voor zeer velen, en sedert hoelang al! - hét Engelsch woordenboek voor Nederlanders en Vlamingen. De 10e druk er van werd, in 1926, bezorgd door Broers, die er een groot aantal woorden en uitdrukkingen, inkluis Amerikaansche, aan toevoegde, de aanduiding der uitspraak verjongde en vooral de schakeering van tallooze vertalingen nauwkeuriger aangaf. Thans ligt de 12e druk vóór ons. Het eerste deel hiervan (einde 1932) werd reeds besproken en aanbevolen. Het tweede deel (einde 1933) brengt ons den Nederlandsch-Engelschen bundel, zoodat het werk, van meer dan 2000 bladzijden, thans weer volledig is. Bij deze gelegenheid lascht Broers de voornaamste regels en afwijkingen betreffende ‘het afbreken der woorden’ in, - wat voor niet-Engelschen, als wij zijn, uiterst nuttig is, - en behandelt hij weer zoo ruim mogelijk alle samenstellingen, afleidingen, staande en spreekwoordelijke uitdrukkingen, d.i. juist de tallooze gevallen, waarmee de ‘trouwe’ vertaler zoo dikwijls moeilijkheden ondervindt. Waar Broers en Smit's ‘Schoolwoordenboek’ den jongen studeerende een voortreffelijke hulp bieden, blijft Ten Bruggencate en Broers' ‘Engelsch woordenboek’ voor meer gevorderden en volwassenen een diep doorgevoerd naslagwerk. - De firma Wolters besteedde aan het een als aan het ander haar traditioneele, allerbeste zorgen.
| |
Gonzenbach, Moser, Schohaus. - Das Kind und sein Schulhaus. - Schweizer Spiegel Verlag, Zürich.
Het behandelde onderwerp is zeer aktueel. Immers, thans meer dan ooit wordt de vraag gesteld: hoe moet een school gebouwd, georiënteerd, ingedeeld, verlicht, gemeubeld worden? Want de tijd staat niet stil en heden wil de school aan heel andere eischen beantwoorden dan vroeger. Het is dus goed, dat een hygiënist, een architekt en een bestuurder van naam samenwerkten, om het
| |
| |
vraagstuk zoo bondig, maar veelzijdig mogelijk te belichten en ze tevens een aantal welsprekende schema's en foto's inlaschten ter illustratie. Het werk, een boekje van nauwelijks 90 bladzijden, is glashelder van taal en bevat zeer talrijke nuttige gegevens, ook voor ónze scholenbouwers.
| |
Bureau International d'Education. (B.I.E.) - Littérature enfantine et Collaboration internationale. - B.I.E., Genève.
Dit boek van 238 bladzijden, waarvan de tweede uitgave vóór ons ligt, bevat het verslag over een onderzoek, in 37 landen ingesteld, naar de meest genoten kinderlektuur, alsmede, per land ingedeeld, een uitgebreide lijst van uitverkoren kinderboeken en studies over het onderwerp. Vooraan in het boek worden doel en geest van het onderzoek aangegeven; de tekst is duidelijk, maar laat de onderzoekers àl te vrij in den door hen te verrichten arbeid, wat de eenheid erg te schade komt. Daarna volgt, voor ieder land, de aanduiding van de wijze, waarop te werk gegaan werd, en men heeft b.v. slechts Duitschland. Nederland en Vlaamsen-België te vergelijken,... om het onderzoek ten onzent wel teleurstellend te noemen. Wie daarvan overtuigd wil zijn heeft maar de lijst der zg. uitverkoren kinderboeken in te kijken, waarin juist 17 werken, - en welk zonderling mengsel dan nog! - worden opgenomen. Indien dàt de uitslag is van een enquête onder 2000 kinderen, dan kon de mededeeling daarvan, zonder eenige verdere toelichting of verklaring, best achterwege zijn gebleven. Een beter houvast, in elk geval, hebben we aan de Nederlandsche, heel wat langere lijst, ontstaan uit het onderzoek van een zestal bibliotheekleiders in verschillende steden; en ook aan de Duitsche, die in het teeken staan der streng vooraf selektioneerende, wel bekende ‘Prüfungsausschüsse’.
Deze aanmerkingen doen echter niets af van de principieel gróóte waarde van het te Genève genomen initiatief en raken zeker niet de beteekenis der internationale studiebronnen, in het boek aangegeven.
| |
Ernst Lorenzen. - Versunkene Volksmärchen. - Hegel Schade, Leipzig.
Wie de ‘Kinder- und Hausmärchen’ der gebroeders Grimm kent, in hun rijke verscheidenheid en hun haast éénig volmaakten, kinderlijken vorm, mag niet nalaten zich daarnaast deze ‘Versunkene Volksmärchen’ aan te schaffen. Want aan de hand van zeldzaam geworden werken, meest alle vóór 1860 verschenen, heeft de auteur niet min dan 74 sprookjes van Duitschen huize verzameld, die bij Grimm niet voorkomen; en, geholpen door zijn eigen, extra zuiver aanvoelen der kindertaal, heeft hij de oorspronkelijke teksten zóó herlezen en herzien, dat ze, lokaal gekleurd blijvend, tot toonbeelden in het genre werden.
De uitgevers staken het geheel in een pracht van een kleed en vertrouwden de illustratie aan Fritz Grotenmeyer toe, die zijn zeer verscheiden teekeningen als een waarachtig kunstwerk opvatte en uitwerkte.
H. VAN TICHELEN.
| |
D. Langedijk. - Beknopt leerboek der Algemeene Geschiedenis. Wolters, Groningen; ing. fl. 1,75; geb. fl. 1.90.
Dit flinke werkje kan bij ons best gebruikt worden in onze 4e graadscholen en in de lagere klassen onzer Athenea. De fraaie versiering maakt het tot een lust voor het oog. Het studeeren van de stof geschiedt dan ook op aangename en plezierige wijze en doet gelukkige uitslagen vermoeden. De heer Langedijk zal zeker bijdragen tot de verbetering van de methodologie van het geschiedenis- | |
| |
onderricht, die nog steeds niet (in Vlaamsch-België o.a.) de stabiliteit bereikt heeft, die de andere vakken kenschetst. Een goede historische cursus is zeer moeilijk om maken. Daarin slaagde deze auteur.
| |
Eenige Leeraars. - Geschiedenis van België: a) voor den derden en den vierden graad; b) voor het middelbaar en het normaalonderwijs. Brussel, Procure, Huidevettersstraat, 161.
Deze twee boekjes tellen resp. 144 en 204 blz. Zij schijnen ons niet toe het gehalte te bereiken van de overige uitgaven van Procure; de werkjes over aardrijkskunde b.v. zijn uitmuntend, zoo naar vorm als naar inhoud. Voor de geschiedenis moeten we telkens weer naar Nederland verwijzen, en dit geldt in de eerste plaats de verzorging; die is beslist onvoldoende bij onze uitgevers.
Dingen, waarmee we niet accoord kunnen gaan, noemen we uitspraken als: Het volk vleien en oproer stoken waren de middelen, die de prins van Oranje aanwendde, om tot de heerschappij der Nederlanden te geraken. Granvelle heet de geleerde man, zeer ervaren in de staatkunde, den Koning ten volle verkleefd De voorname oorzaken van de omwenteling der XVIe eeuw zijn: het Protestantismus en de heerschzucht van den prins van Oranje. Het ‘schoonste’ wapenfeit van den ‘edelmoedigen’ Farnese is het beleg van Antwerpen... Laat ons allen de woorden van den grooten historicus Albert Mathiez tot de onze maken: ‘Ne rien affirmer que sur des preuves certaines, telle est la seule méthode.’
J.P.
| |
Nieuwe uitgaven.
Van Dr. Rob. Roemans, Steenweg op Dendermonde, 14, Aalst:
Dr. ROB. ROEMANS: Maurits Sabbe, de kunstenaar en de geleerde; 68 blz., met portret en fac simile van het handschrift van Sabbe. |
Inhoud: Opleiding en levensloop; Het literair debuut; De Vlaamsche letterkunde ten tijde van dit debuut; Verdere ontwikkeling; Sabbe's roman; Het wezen van zijn kunst; Zijn invloed; Zijn kritisch literair-historisch werk; Zijn kultuur-historisch werk; Bibliographische nota's; (80) Nota's (als verantwoording en aanvulling). |
Van den Vlaamschen Leeraarsbond O.M.O., Helmstraat, 142, Borgerhout:
Woordenlijst van de Nederlandsche natuurkundige Vaktaal; 46 blz.; 3.30 fr., te storten op postcheckrekening 113101 (Dr. J. Uytterhoeven, Borgerhout). |
Inhoud: Algemeene begrippen; Werktuigkunde; Zwaartekracht; Warmte; Geluidsleer; Lichtleer, Optica; Magnetisme; Electrostatica; Galvanisme (elk hoofdstuk in talrijke paragrafen onderverdeeld). |
Er bestaat ook een Woordenlijst van de Nederlandsche wiskundige Vaktaal; 6.50 fr., te storten op dezelfde postcheckrekening. |
|
|