systemen op, zonder te willen inzien hoe weinig die met de werkelijkheid gemeens hebben; ze weten niet, hoe die werkelijkheid bestaat uit ingewikkelde synthesen van dooreenloopende en vaak tegengestelde krachten. Vandaar dat de eenvoudigste, meest directe politiek voor hen de aantrekkelijkste is. Vandaar hun voorliefde voor pasklare actieformules, die theoretisch rechtstreeks op het doel afgaan. Er moeten eerst ontgoochelingen komen om hun te leeren links en rechts te kijken. Van middenweg in de politiek zal er bij hen uiteraard dus geen spraak zijn. Zij kennen het procédé van de halve tonen niet. Hun oordeel is volstrekt, zonder verzachtende omstandigheden, zonder onpartijdig onderzoek.
In hun fierheid over de ontdekkingen in zichzelf, in leven en cultuur hebben ze den indruk alsof zij de vinders, de scheppers zijn van de waarheid, de aanbrengers of althans de verdedigers van het nieuwe. Met al hun liefde voor waarheid en recht, zoeken zij eigenlijk niet de waarheid en het recht, maar het bewijs van wat in hun idee waar is en rechtvaardig.
Jeugdige politiekers hebben de illusie dat politieke meeningen en strekkingen moeten overwinnen door logische bewijsvoeringen; ze zien nog niet in, dat het krachten zijn, feitelijk programmatisch gesystematiseerde vormen van het kampinstinct.
Een belangrijk moment bij het bepalen van de richting, die jeugdige politiekstrekkingen onvermijdelijk moeten uitgaan, is het feit dat de rijpende ziel essentieel romantisch is aangelegd. Want hoe sterk ook de neiging is van jongelieden tot intellectualisme, hoezeer ook de tegenwoordige cultuurstroomingen er op uit zijn alle sentimentaliteit uit de zielestructuur te weren, de romantiek zal in de pubesceerende ziel steeds opnieuw opbloeien. Romantiek inderdaad is wereldbeschouwing door de fantasie en het gevoel heen, afkeer van de realiteit, verlangen en droom, geestdrift en vrijheidsbehoefte, individualisme en opstandsgeest. Daarmede zijn blijkbaar reeds genoemd eenige van de meest kenteekenende trekken van de jeugd. Onvermijdelijk moeten die romantische aanleg en neiging en de gansch andere stemming van de omgeving gedurig tegen elkander inwerken. Die spanning kan niet anders dan onrust verwekken in de jonge ziel, welke onrust mede vormgevend moet zijn voor haar politiek gevoel. In schijn vaak cynisch en opstandig, kunnen de jongelieden hun geest laten wegvluchten in nevelige droomen vol zachtheid en verteedering. Dan gaat hun