den tekst. Meestal komen die toelichtingen achteraan, wat we niet praktisch achten. Een enkelen keer ook wordt het origineele verkort, wat een zegen kan zijn, zooals in ‘Ferdinand Huyck’, waaruit overbodige beschrijvingen en citaten wegvielen, maar soms ook een vloek, zooals in het ál te erg verkorte The prince and the pauper, naar Mark Twain.
Buiten deze werkjes voor schoolgebruik bracht dezelfde firma ons Hauffs Märchen in volledige uitgave, van ruim 440 bladzijden. Jan Wiegman teekende er goede silhouetten bij. Jammer genoeg werd de inhoudstafel vergeten.
Al de uitgaven, ons door de firma Meulenhoff bezorgd, zijn stoffelijk zeer goed uitgevoerd en zeer handig van formaat. Ze maken deel uit van reeksen, die heeten ‘M.'s English Library’, ‘M's Sammlung deutscher Schriftsteller’, ‘Dietse letteren’. We achten, in verband met het samenstellen van schoolbibliotheken voor het M.O., nader kennismaking bizonder aanbevolen.
Van de Leidsche Uitgeversmaatschappij, te Leiden, bereikte ons Reinaert de Vos, in nieuwe Nederlandsche bewerking door Carel Voorhoeve (met enkele zeer artistieke houtsneden van Fokko Mees). Voorhoeve's werk, rechtstreeks naar het Middeleeuwsche epos, klink ritmisch zeer goed en laat zich aangenaam lezen. Het is bovendien uitzonderlijk mooi gedrukt en gebonden. Dat de bewerker het oorspronkelijke rijm opofferde, moge voor hem zijn reden hebben; ons echter is het volksch aandoende rijm, ons uit de vele bewerkingen van den Reinaert bekend, een aantrekkelijkheid, die we hier noode missen moesten.
Van Den Spyegel der Salicheyt van Elckerlije bezorgde de firma J.B. Wolters, te Groningen, ons den derden, mooien druk, in haar reeks ‘Lyceum-herdrukken’, waarin reeds tien ingeleide en geannoteerde werken werden opgenomen. Dr. Endepols schreef de inleiding bij dit deeltje en maakte voor dezen druk een dankbaar gebruik van gegevens, hem door Prof. J.W. Muller en Mr. L. Willems verstrekt; die inleiding is een merkwaardig stuk in- en voorlichting, ten gerieve van studeerenden. De zeer talrijke en duidelijke nota's zijn in randteekening naast den tekst van ‘Elckerlijc’ aangebracht. Een groot aantal foto's, naar voorstellingen van het stuk, luisteren het boekje op. Uitgever en inleider leverden werk, dat ter zake toonbeeldig kan heeten.
De firma Postma, te Rotterdam, liet een Koordschriftmethode Postma voor de lagere school verschijnen. Die methode omvat een handleiding en acht schrijfboeken, voor het eerste tot en met het vierde leerjaar. De handleiding is zakelijk, maar bevat ook wel bespiegelingen die er best in gemist konden worden. Postma baat de drukletter uit als vooroefening, wat we verkeerd achten; hij gebruikt linieeringen, die de kinderen dikwijls ‘op een verkeerd