De Vlaamsche Gids. Jaargang 21(1932-1933)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 423] [p. 423] Kikkerwijsheid Twee kikkers zaten te kwaken, Te kwaken in een breede sloot, Terwijl op hun kletsbloot lijveken De zon haar koestrende stralen goot. Ze rustten op plompeblâren Van 'n heerlijk springpartijken uit. Toen zagen ze plots in 't water Een kleinen, onbekenden guit. ‘Ei, ei!’ riepen beide kikkers, ‘Kijk wat een klein, sprietmager beest! Dat is toch bij de bedeeling Héél zeker veel te laat geweest!’ Toen kwam juist de vader-kikker En sprong naast hen op 'n plompeblad. Hij zeide: ‘Wat wilt gij spotten? Dat wordt toch óók een kikker, dát! ‘Gij zelf waart toch ook zoo'n kleintje, Zoo onbeholpen, tenger en fijn; Want om een kikker te worden Moet ge eerst een “kikkervischje” zijn!’ 1932 TINE RABHOOY. Vorige Volgende