ter gelegenheid van de Lambrecht-Lambrechtshulde te Hoeselt op Zondag, 30 April e.k., zal voor zijn intiemste vrienden nog een echte openbaring zijn.
Doch boven dat alles uit schittert nog zijn glansrijk professoraat aan de Lagere en de Middelbare Normaalschool te Gent, waar de geestdriftige en dichterlijke verschijning van Lambrecht Lambrechts al de jonge harten in vervoering bracht.
Tijdens het paar jaren (1911-1914), die ik persoonlijk in deze inrichting met haar uitgelezen leeraarskorps van dien tijd heb doorgebracht, ben ik ooggetuige geweest van de wezenlijke geestdrift en de occulte kracht welke onweerstaanbaar van hem uitgingen.
Een half dozijn van de meest vooraanstaande figuren uit de huidige letterkundige wereld heb ik in die jaren onder de leiding van den Meester zien werken en groeien. Voor de ‘Ouden’ van dien tijd zijn namen hier overbodig. Voor de oningewijden moge het volstaan, even de namen te vermelden van Achilles Mussche, Maurits Roelants, Raymond Herreman en Karel Leroux. Dat waren goede jaren voor de Normaalschool en de Sectie te Gent. Met kunst, letterkunde en schoonheid werd hoog opgeloopen. Er werd gedweept met Multatuli, Perk, Kloos, Verwey, Van Eeden, Tagora, Couperus, Gorter, Helène Swarth, Henriette Roland Holst, Shelley en Keats. Men streed en debatteerde vurig rondom Gezelle, Streuvels, de Sabbe's, Van de Woestijne, Buysse, Van Langendonck, Vermeylen en De Bom. Franz De Backer kreeg van Verhaeren, die als knaap dezelfde Scheldelucht als hij had ingeademd, een dichtbundel met persoonlijke opdracht toegezonden, als antwoord op een door hem naar Saint-Cloud geadresseerd exemplaar van zijn eersteling Bloeikens.
Op eigen kracht gaven de leerlingen in de school tooneel- en muziekavonden, waarop het leeraarskorps, de ouders en de vrienden werden uitgenoodigd. Armand Suis, André Pols en de andere Antwerpenaren waren er dan bij! Dat zat 'm in 't bloed.
Alleen voor de allerlaatste herhalingsoefeningen werden Lambrechts of Hullebroeck er bijgehaald, en met hier en daar een opmerking en een verbetering kwamen de mannen dan spoedig klaar.
Af en toe ook bekwamen de oudere leerlingen wel eens de buitengewone gunst om in den een of anderen Gentschen schouwburg de opvoering van een tooneelstuk - een fatsoenlijk meesterwerk! - te gaan bijwonen. Waren Lucifer of La Fille de Roland aan de beurt, zoo werd natuurlijk vanwege het gezag niet het minste bezwaar geopperd. Maar ging het om Freuleken of Het hoogste Recht, dan werd wel eens cabaal gemaakt: leeraars waren er voor, andere er tegen. In zulke gevallen moest Lambrechts