Over Een Geschiedenis van de Nederlandsche Taalgemeenschap
Naar aanleiding van mijn artikel in het October-nummer van den Vlaamschen Gids, getiteld: ‘Een Geschiedenis van de Nederlandsche Taalgemeenschap’, ontving ik van Prof. Dr. P. Geyl een brief, waarin hij tegenover de door mij uitgebrachte critiek stelling neemt. Het is niet mogelijk hier een discussie te openen, waarvan het einde misschien niet te voorzien is. Eerlijkheidshalve echter wil ik een passus uit dit schrijven onder de oogen van onze lezers brengen. Het is een gelegenheid om een misverstand uit den weg te ruimen, dat tamelijk verspreid is.
‘Waar hebt U van mij ooit kunnen lezen’, schrijft Prof. Dr. P. Geyl, dat ‘mijn politieke opvattingen aansturen op de vorming van een Groot-Nederlandschen Staat? Ik heb zeker meer dan eens gezegd dat zoo'n staat de ideale oplossing zijn zou, en ik beschouw de cultureele ellenden van Vlaanderen (en zelfs die van Holland, dat er ook niet zonder is) als ten deele veroorzaakt door het mislukken of uitblijven van zulk een vorming. Dit is echter heel iets anders dan “politiek aansturen op”, en U behoeft het weekblad Vlaanderen maar te lezen om te weten hoe weinig mijn politiek streven in de smaak valt van de groep voor wie werkelijk dat aansturen het eenig aannemelijke is. Ik tracht realist te zijn en erken dat het bestaande rechten heeft.’
HANS VAN WERVEKE.