van tijdgenooten van Shakespeare - heeft gemaakt van de Fransche ‘Chantefable’ uit de XIIe of XIIIe eeuw: Aucassin en Nicolette (Uitgave: De Sikkel, te Antwerpen). Dr. J. de Croos schrijft een in zijn oppersten eenvoud altijd gesmijdig blijvend proza, waarin hij de fijne poëzie van den ouden tekst heeft vastgelegd. De illustraties zijn van zeldzame voornaamheid. Gedrukt op handpapier uit Auvergne, vormt deze prachtig-geslaagde bewerking van een zeer aangrijpend middeleeuwsch verhaal een uitgave, waaraan ook de liefhebbers van het mooie boek groote waarde zullen hechten.
In den roman De Beemdvliegen (Uitgave: ‘Regenboog’ te Borgerhout) voert Victor de Meyere den lezer weer naar de oevers van den Rupel, naar het rijke steenbakkersdorp, waar de ‘Hittentit’ woont, die er - zooals de schrijver zelf zegt - een ‘kleurige illustratie’ van is. De Meyere, die een groot folklorist mag heeten, vertelt op gemoedelijke manier, zonder overhaasting en hij verstaat de moeilijke kunst om de aandacht te vestigen op elke bizonderheid, die hij zelf om haar eigenaardigheid van belang acht, zonder er al te veel op te drukken. Hij weet te boeien en ook diep te treffen. Zijn wijze van vertellen heeft veel gemeens met den verhaaltrant van Buysse. Maar hij mist den humor, die het proza van den auteur van 't Bolleken doorglanst. De Meyere stippelt een gedachte uit en met zorg teekent hij de omtrekken van een beeld. Buysse daarentegen bepaalt met één enkelen machtigen trek een persoonlijkheid en schetst, vlug en forsch, een gebeurtenis. De kalme De Meyere laat zich door het gebeuren, waarvan hij verhaalt, niet beïnvloeden. Hij staat er buiten, blijft zelfs op eenigen afstand, vertelt verder zonder veel stemverheffing. Zijn roman ‘De Beemdvliegen,’ eenvoudig en evenwichtig van bouw, bezit de duurzaamheid, welke degelijk werk kenschetst.
De betweters, liefhebbers van apodictische kritiek, die beweerden ‘dat de oorlogsliteratuur had afgedaan’ - net als het realisme - moeten wel sip kijken nu in alle landen zoo groote belangstelling voor verhalen over de periode van bloed en tranen, die we beleefden, blijft bestaan. Van een Vlaamsche oorlogsliteratuur bestond feitelijk maar een embryo. Een echte Vlaamsche oorlogsroman van blijvende waarde is tot nog toe niet verschenen. Verdienstelijk is wel het verhaal - Tien van den IJzer (Vermaut te Kortrijk) - dat kommandant C. Sevens in 't licht zond. Deze roman boeit en treft. Maar de bezieling wijkt dikwijls, waar de schrijver den draad van zijn verhaal loslaat om tot een uiteenzetting van den toestand over te gaan.
Van Manny Mans verscheen (bij Jos. Janssens te Antwerpen) een bundeltje Verzen: hartstochtelijke uitingen van liefdeverlangen: