De Vlaamsche Gids. Jaargang 19(1930-1931)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 458] [p. 458] [Twee gedichten] Aria Een wiegend vooisje wil me plagen, Er joelt een liedje door mijn hoofd, Gezwollen is 't, van vele vragen Door 't leven nog niet uitgedoofd. 't Zotte zinneken, uitgelaten Zingt van ieder hart en huis, Waar van mezelf ik iets mocht laten Of dragen hielp een vreemde kruis. In 't vooiske wemelt vreemde streven; Begrijpen menschen wel hun lied? 't Leven leert ons liefde geven, Wie zocht naar betere, vond ze niet. [pagina 459] [p. 459] Bremmen De blonde bremme bot en bloeit En lacht de zonne tegen. Mosgroen en goud Zijn al de wegen. De bremme lachend bloeit en bot In zonnig wilde perken, Met taaien stam En gouden vlerken. Vlekkelooze, gulden bremmen In de eigen ziele bloeien. O, mocht ze 't leven nooit verschroeien! F.V.E. Vorige Volgende