de meening van velen alleen den naam van “philosophie” dragen mag, het logische en het theoretische inzicht, blijft bewust achterwege, treedt in elk geval niet op den voorgrond...’ ‘Een leidsman door het leven moet de philosoof zijn: dat is Durants dominecrende gedachte. En juist daarom wordt b.v. bij Plato, Bacon, Spinoza alles geconcentreerd rond de levens-en sociaalphilosophie; precies daarom is ook het hoofdstuk “Voltaire” zoo bijzonder breed, en goed, uitgevallen.’
Ik zie niet in hoe ik dit boek beter zou kunnen inleiden dan met deze enkele woorden, geknipt uit de Inleiding van Prof. H. Driesch, - of ik moest de prachtige inleiding van Durar 't zelf overschrijven: ‘Ueber den Nutzen der Philosophie,’ waar hij de wijsbegeerte aantoont te zijn de ware baken in het leven; dit zou deze mededeeling wel is waar te lang maken. Laat er mij nog alleen aan toevoegen dat het een van deze werken is die de jong studeerenden, of wie anders zich aan deze stof zouden interesseeren, verzoenen met de dikwijls ontoegankelijk schijnende oorden van den geest. En hier dan een overzicht, dat ik zelf heb bekort:
I. Kapitel: Platon. - I. Die Heimat Platons. II. Sokrates. III-V. Platon.
II. Kapitel: Aristoteles und die griechische Wissenschaft. - I. Der geschichtliche Hintergrund. II. Das Lebenswerk des Aristoteles. III. Die Grundlegung der Logik. IV. Der Aufbau der griechischen Wissenschaft. V. Metaphysik und die Natur Gottes. VI. Die Psychologie und das Wesen der Kunst. VII. Die Ethik und das Wesen der Glückceligkeit. VIII. Staatsphilosephie. IX. Kritik. X. Letzte Lebensjahre und Tod.
III. Kapitel: Francis Bacon.
IV. Kapitel: Spinoza.
V. Kapitel: Voltaire und die französische Aufklärung.
VI. Kapitel: Immanuel Kant und der deutsche Idealismus. - I. Wege zu Kant. II. Kant selbst. III-VII. Werke. VIII. Anmerkungen über Hegel.
VII. Kapitel: Arthur Schopenhauer. - I. Das Zeitalter. II. Der Mensch. III. Die Welt als Vorstellung. IV. Die Welt als Wille. V. Die Welt als Nebel. VI. Lebensweisheit. VII. Die Weisheit des Todes.
VIII. Kapitel: Herbert Spencer. - I. Conte u. Darwin, il. Die Entwicklung Spencers. III. Die ‘Ersten Prinzipien’. IV. Biologie. V. Psychologie. VI. Soziologie. VII. Ethik.
IX. Kapitel: Friedrich Nietzsche.
X. Kapitel: Zeitgenössische Europäische Philosophen. - I.H. Bergson. II. B. Croce. III. H. Driesch. IV. B. Russell.
XI. Kapitel: Zeitgenössische Amerikaniche Philosophien. - I.G. Santayana. II. W. James. III. J. Dewey.
DOLF ROELS.