| |
| |
| |
De opvoedende Rol van de Radio
Voor het eerst in de wereldgeschiedenis luisteren millioenen menschen, over heel het aardrijk verspreid, naar dezelfde stem op hetzelfde oogenblik, zonder hun woningen te verlaten. De opvoedkundige mogelijkheden van de radio zijn dan ook gewoonweg onberekenbaar. Doorgedrongen in het dagelijksch leven van elken luisteraar, toont zij zich een eenig medium, in staat om de massa belang te doen stellen in de meest verscheiden onderwerpen. Op de gemakkelijkste en goedkoopste manier geraakt het volk er door in het bezit van allerlei kennis. Gretig luistert het naar de talrijke interessante voordrachten, wetenschappelijke lezingen, taalcursussen, boekbesprekingen, tooneelvoorstellingen, letterkundige mededeelingen, muziekuitvoeringen van verschillenden aard, voorgebracht en uitgevoerd door ontelbare cultuurpioniers. In de geestelijke voorlichting van de gemeenschap spelen de radiobladen en -tijdschriften een rol van onschatbare beteekenis. Zij wijzen er op, dat de belangstelling voor allerlei vermakelijkheden, die de menschen na hun dagelijksch werk uit huis dreef, nu bevredigd wordt in de gemoedelijkheid der woonkamer zelf. Alzoo belooft de radio het familieleven te herbouwen. Het vulgarisatie-vermogen van krant of boek wordt door dit van de aethergolven verre overtroffen, zoodat de cultureele actie zich over een onmetelijk terrein uitbreiden kan. Vooral de landelijke bevolking zal niet langer de onterfde behoeven te wezen. De draadlooze helpt dus krachtig mede om de sociale nooden te lenigen en de gemeenschap hooger op te tillen.
Welk een weldoenden invloed oefent zij niet uit op hen, die soms voor zeer langen tijd van alle contact met het vasteland zijn verstoken en zoozeer snakken naar ontspanning, als daar zijn zeelieden en b.v. de wachters op lichttorens en -schepen!
Uit persoonlijken omgang weten we, dat het bezit van een radiotoestel voor een blinde een onvergelijkelijke heerlijkheid beteekent, onbetaalbare bron van studie en vermaak.
| |
| |
Een betrouwbare Engelsche statistiek toont aan, dat 62 % van den zendtijd gewijd is aan de muziek: 10% daarvan aan classieke muziek; 12% aan degelijke lichte muziek; 26,5% aan populaire toonkunst en 13,5 % aan dansmuziek. 2% van den programmatijd wordt in beslag genomen door tooneelopvoeringen; 20,8 % door voordrachten van allerlei aard, inbegrepen nieuwsberichten, lezingen en weeraankondigingen. 15,2% blijven over voor strict opvoedkundige onderwerpen.
Dit laatste percentage moet toelaten de luisteraars nieuwe perspectieven te suggereeren. Bovenal de idee van den wereldvrede, de verbetering van de internationale betrekkingen zullen we dienen. Eng-politieke en chauvinistisch-nationalistische uitzendingen behoeven in elk land geweerd. De verantwoordelijkheid van de officieele radio-autoriteiten is voorwaar reusachtig. Van hen hangt het inderdaad af, dat de waardigheid van het individu en van de gemeenschap zegeviere en de onpartijdigheid in mededeelingen en onderrichting over politieke economie, economische geschiedenis, politieke geschiedenis, enz. niet geschonden worde. In dien zin uitte zich in Engeland Lord Cecil op krachtige, inslaande wijze.
Indachtig de groote opvoedkundige waarheden, vertrekke men steeds van bekende, eenvoudige zaken, van concrete normen; het abstraheeren geschiede verder. De voordrahten wezen beknopt, maar kernachtig, zoodat het groote publiek gretig luistere bv. naar muzikale verklaringen en letterkundige voorlezingen; oneindig meer nut haalt het uit een deskundige litteraire toespraak, dan wanneer het die zou lezen zonder meer. Het ga echter over schrijvers en boeken, waarvan men bijna met zekerheid kan voorspellen, dat het publiek ze gelezen heeft of ze lezen zal. Bewezen is insgelijks de groeiende belangstelling in het aanhooren van tooneelspelen; hiervan trekke men partij in de goede richting.
Het onderricht in de moedertaal en in vreemde talen worde ernstig beoefend door middel van de radio-methode. Een machtige hulp tot het doen waardeeren van de eigen taalschoonheid in de eerste plaats. De buitenlandsche stations leeren de nauwkeurige, correcte uitspraak, op een wijze door geen inheemsch professor te evenaren. In Duitschland geeft een Engelschman les in het Engelsch voor het microfoon, en een Duitscher legt de moeilijk- | |
| |
heden nader uit en stelt vragen. Naderhand komt uitsluitend de Engelschman aan het woord. De propaganda voor het aanwenden van een internationale taal is natuurlijk volmondig toe te juichen, maar dan behoeft er noodwendig eenheid hieraangaande te bestaan voor hetgeen de keuze betreft.
Wetenschappelijke onderwerpen mogen niet te veel experimenteele, mathematische of diagrammatische illustratie vergen; hierbij zijn begrepen gesprekken over gezondheidsleer, aardrijkskunde en geschiedenis, alsook studiën over sociale en politieke instellingen. Aanmoedigend heeten we de tot heden verkregen resultaten. De biografische methode wordt eveneens met bijval toegepast, zelfs bij menschen, die oppervlakkig beschouwd, daarvoor weinig zin bleken te hebben. Overvloed van data bezige men niet, zoomin als opsommingen van gebeurtenissen, maar men vertrekke van de belangensfeer van den luisteraar en van dezes eigen leven. De volgens deze werkwijze gehouden voordrachten te Londen over Europa door de eeuwen heen, in 1928, genoten een ongewoon succes. Honderden luisteraars zonden brieven in, waarin zij aankondigden, dat zij absoluut geen idee hadden over de aantrekkelijke manier, waarop oude geschiedenis kon worden voorgebracht.
Verhandelingen nopens techniek, landbouw, handel en nijverheid apprecieeren de belangstellenden meer en meer, 't wezen dan mannen of vrouwen; ze voldoen aan werkelijke behoeften. Hetzelfde geldt voor lezingen over kinderverzorging, wettenverklaring, economische vraagstukken. Academische besprekingen zonder contact met de gemeenschappelijke ervaring late men achterwege. Als ernstige toehoorders schriftelijk reageeren, beantwoorde men ze hoffelijk, onpartijdig en discreet.
De spreker voor het microfoon weze bezield met het besef van zijn verantwoordelijkheid en verdedige de openbare orde. Is dit een feit, dan bezitte hij alle vrijheid om rustig zijn gedachten te ontwikkelen, zonder dat die eerst gecontroleerd worden. De radio-lector behoort zoo onafhankelijk op te treden als de Universiteitsprofessor.
Voor partijdoeleinden mag de radio niet gebezigd. Democratisch heeten wij cursussen over politieke, sociale en economische wetenschappen. Fair play voor alles!
De luisteraar noteere op voorhand die concerten, lezingen of
| |
| |
tooneelspelen op zijn programma, die hij te volgen wenscht en bereide er zich op voor. Dit belet natuurlijk niet het opvangen van lichte muziek terwijl hij een bepaalde werkzaamheid in den huiselijken kring of voor zichzelf uitvoert. Toch geschiedt het meermalen, dat sommigen, op zoek naar een aantrekkelijk nummer, plots getroffen worden door de schoonheden van een klassiek stuk en er zich verder zullen voor interesseeren.
De vrouw, door haar natuur meestal gebonden aan haar woning, vindt nu middel om zonder noemenswaardige kosten, haar banale en zoo dikwijls geestesdoodende bezigheden met aangenamer gemoed te verrichten, wat noodzakelijk een heilzamen invloed op den algemeenen gang van zaken uitoefent. Men zorge echter voor een degelijk toestel, wil men niet meer ergernis en leed, dan wel vreugde aan de ontvangst beleven. Is deze defectueus, zoo treedt ontmoediging van wege den luisteraar snel in en vergalt, bij herhaling, zoozeer zijn humeur, dat hij er weldra geeg van krijgt. Men wende zich dus, alvorens zich te installeeren, tot een ernstige zaak en niet tot een welkdanigen amateur-technieker, want de grootste geestdrift is niet in staat vakkundige onderlegdheid te vervangen. De keuze van het toestel heeft dus overwegend belang; voortvarendheid leidt hier spoedig tot spijtige teleurstelling. Schoolbesturen wezen alzoo op hun hoede bij den aankoop van een post.
Prof. Burt prijst vurig de radio-uitzendingen, die zooveel meer dan de kinema het volk kunnen veredelen en omhoogbrengen Kinema veronderstelt doofheid van onzen kant; radio blindheid. Welnu, in tegenspraak met de publieke opinie, is doofheid een ergere handicap dan blindheid. Een blinde ontwikkelt zich in veel sneller tempo dan een doove. De mensch bewijst zijn verstandelijk overwicht, niet door het gezicht, dat hij gemeen heeft met de dieren, maar met zijn spraak en zijn gehoor. Een opvoedingsmiddel, hetwelk alleen op het oog beroep doet, zal steeds minder effectief blijken, dan een, dat enkel het oor bereikt. Zekerlijk is samenwerking tusschen beide te verkiezen en hiermede in connectie moet gewezen op de ontwikkeling van de televisie. In het practisch leven is illustratie een noodwendigheid. Van daar insgelijks het nut van een radio-revue, waarin uitgeweid wordt over de gewichtige gebeurtenissen van de verloopen week, met syllabussen
| |
| |
van voordrachten en lessen, met levensbeschrijvingen en afbeeldingen. Regelmatig treffen wij er praatjes tot de kinderen aan: voor de volwassenen den korten inhoud van de boeken, besproken in het letterkundig halfuurtje. Het is bewezen, dat de boekhandel wel vaart bij deze besprekingen, uit den aangroei van den verkoop van behandelde werken, gelukkig verschijnsel dat ons geloof in de gezonde innerlijke volkskracht versterkt.
De radio-lector stelt een afgerond onderwerp voor van een duur van juist tien, vijftien of twintig minuten. Hij spreekt misschien voor millioenen luisteraars, die onmerkbaar aan zijn lippen hangen, ouden en jongen, mannen en vrouwen, van verschillenden ontwikkelingsgraad. Niet alleen kan hij zijn gehoor niet zien, maar hij kan niet oordeelen over het effect van zijn woorden. De aanvoeling met de ziel van het auditorium blijft hem vreemd. Zijn inleiding weze kort; hij valle met de deur in huis, want van meet af moet hij belang inboezemen. Na de eerste dertig seconden zal hij boeien. Ook voor radio-spreker is er aanleg vereischt, want al te dikwijls voelen bekwame redenaars zich merkwaardig onevenwichtig in het studio en zijn onmachtig om zich aan de eenzaamheid aan te passen; een eigenaardig, onoverwinnelijk gevoel van koude bevangt hen. De gedroomde lector is een man met sterke verbeeldingskracht en meester van de omstandigheden, met een stijl alle rhetoriek missende en zonder een impressie van vaagheid of onbepaaldheid te verwekken. Geheel zijn waarde ligt in zijn stem; van haar alleen hangt zijn succes af. Hij spreekt eenvoudig en duidelijk, zonder eentonigheid, om het contact met zijn luisteraars niet te verliezen. En, hij weze immer concreet, zonder in herhalingen te vallen. Zenuwachtige aarzelingen of onderbrekingen mogen zich niet voordoen; hij pauseert soms te lang, zoodat de luisteraar meent, dat zijn toestel hapert. Voor den luidspreker gezeten voelen we intuitief, of de voordrachthouder een sympathieke persoonlijkheid is en we schenken hem daarvoor dan ook al onze aandacht, wat hem dus aanzetten moet zich geducht voor te bereiden. In dit geval kan men gerust den hem toegemeten tijd op een minimum van een half uur brengen en lezingen van slechts vijftien of twintig minuten definitief uitschakelen; experimenten toonden aan, dat de toehoorders er niet om klagen zullen. Men deele den syllabus van de rede of de les bij voorbaat mede. Men
| |
| |
kon hem aanplakken in postgebouwen, scholen, boekhandels en andere inrichtingen van dien aard.
Waar men in groep luistert, behoeft een flinke leider, in staat om discussies te doen ontstaan en ze vlot te doen verloopen. Hij zal het behandelde onderwerp vooraf bestudeeren. In de taalleergangen, die 's avonds voor volwassenen gegeven worden en meestal twee uren duren, zou een radio-intermezzo in de aan leeren vreemde spraak bij tooverslag de soms niet te vermijden verveling doen verdwijnen en het regelmatig verloop van deze cursussen, waarvan het leerlingenaantal gaandeweg slinkt, waarborgen. Verscheidenheid in de aan te bieden stof is immers de eerste voorwaarde om de aandacht van studenten gaande te houden, vooral als het jongelingen betreft, die een werkdag achter zich hebben.
Zoo treden we dus in dezen tijd rechtstreeks in verbinding met de beste leeraars en de diepste denkers. Wie zal daarvan de gevolgen op opvoedkundig gebied meten? Zoo wordt de ware Volksuniversiteit ingesteld op hechten democratischen grondslag en het cultureel ideaal gediend.
De radio is dus wel het invloedrijkste middel om de openbare meening te bewerken, omdat het binnen het bereik ligt van iederen mensch, en dit zoowel in verstandelijk als in zedelijk opzicht, haast zonder inspanning. Ongeletterden, armen, blinden, zieken, hulpbehoevenden, kortom zij, die ontoegankelijk zijn voor het gezag van boek, blad, schouwburg, onderwijsgesticht, ondergaan haar geweldig prestige en voelen vreugde en geluk hun onterfde zielen binnenstroomen. Moge zij nu ook in Vlaanderen de liefde voor eigen schoon aanwakkeren!
Op 1 Januari 1931 neemt het Nationaal Radio-Instituut, onder het voorzitterschap van den heer Forthomme, minister van P.T.T., het beheer op zich van de officieele radio-inrichtingen te Velthem, die dan zullen seinen op de huidige golflengten van Radio-Belgique en van Velthem. Het orkest van het Instituut zal niet enkel concerten geven in het studio, doch ook openbare uitvoeringen te Brussel en in de groote steden van het land, telkens door de radio uitgezonden. Aan de golflengten, die aan België toegewezen werden door de Conventie van Praag, wordt niets gewijzigd.
JOZEF PEETERS.
|
|