De Vlaamsche Gids. Jaargang 19(1930-1931)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Introïtus. Vanmorgen kwam de wind, met horten en met stooten, Gelijk een bullebak ter hoogte van de stad. De schouwen spogen roet en al de draden floten Dat het een schande was; maar hij negeerde dat. Hij sloeg een schutsel om; hij blies een circus plat, En rammeld' aan het zink der ouderwetsche goten Fortissimo, zoodat het met gekrolde moten Een spoor van onheil teekend' op het panisch pad. Zoo werd de Zomer met een korten ruk gesloten. Adieu 't verloren paradijs! Adieu 't malloten Daarbuiten, waar het loof een keur van tenten had. October waggelt aan met appels en met noten. Vooruit, een blok in 't vuur, de lampen volgegoten, En van 't kalenderjaar gedraaid het schoonste blad. Sept. '30. A. DE MAREST. Vorige Volgende