Op de leerstellingen van Marx en Lenin wordt gewezen, waarbij het geloof heet het verdoovingsmiddel van de massa.
De Sovjets toonen de centrale beteekenis van de gemeenschap aan. De mensch is uiteraard een gemeenschapswezen. Al het specifiek-menschelijke is gegroeid op den socialen stam. Daarom vervangt de school de familie. Een betaald verlof van vier maanden wordt aan de zwangere vrouw toegestaan; het kindje wordt opgevoed in een kribbe, gehecht aan ieder werkhuis, zoodat de moeder alle drie uur haar telg kan zoogen; na de kribbe gelast de kindertuin zich met de opleiding. In de practijk worden echter nog geen 10% van de jeugd zoo opgevoed.
De gemeenschap wordt de groote werkelijkheid. Het onderwijs zal dus in de eerste plaats practisch zijn; de paedagogiek sociologisch georiënteerd om waarlijk als wetenschappelijk te gelden, want de sociologie heeft het monopolie der wetenschappelijkheid. Het Dalton-plan wordt aangepast aan dit systeem. Het kweeken van groenten in een moestuin, b.v., geeft aanleiding tot onderricht/ in plantkunde, scheikunde, aardrijkskunde, rekenen, lezen, spraakkunst.
Het kind verricht sociale daden: hofbewerking, vogelen dierkweek, vervaardiging van kleederen, landarbeid, voedselbereiding voor nog kleinere kinderen, alcoholbestrijding, godsdienstbekamping, vliegenverdelging, voorbehoeding tegen besmettelijke ziekten.
Heel de opleiding wordt gericht op het idee: groep (in verband met het woord ‘Sovjet’ ontstaan tijdens den opstand van 1905). Er is dus geen spraak van individueele vorming, eigen initiatief, zelf-opleiding, zoo verspreid in de moderne Westersche scholen. Wel heeft de Russische opvoeder de Amerikaansche methodes aangenomen, doch hij verwringt ze tot ze passen in zijn kraam.
Naast de jeugd moet de massa opgeleid door middel van musea, schouwburgen, uitstappen, speelpleinen.
In zijn geheel spreekt het Russisch volk terughoudend en bang over politieke zaken met vreemden. Vrijheid van spreken en schrijven bestaat ginder niet. De geheime politie, overblijfsel uit het vroegere regime, speelt nog altijd haar verderfelijke rol. De Russen ontsnappen niet aan den invloed van hun verleden. De oude gewoonten, de politieke trukken besmetten nog steeds de, volkspsyche.
Het huidig regime verkeert echter niet in gevaar; iedere aanslag zou het integendeel versterken. Ineenstorting kan slechts het gevolg zijn van innerlijke scheuring in de communistische partij zelf.
De economische toestand blijft intusschen het groote vraagteeken. Voedingsproducten, vooral in de steden, zijn eerder