De Vlaamsche Gids. Jaargang 18(1929-1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 366] [p. 366] De Ballade van Stenka Razine. Reeds dagen ligt Razine's vloot - Een vloot van roofgaleien - Ten anker op den looden stroom De winden te verheien. Men klaagt zijn honger en zijn dorst; Men schreit zijn heet verlangen, Maar Stenka blijft bij zijn prinses Ter zwoele tent gevangen. Het oproer bromt als een kanon En rukt met korte beten. Wie scheidt er van zijn wufte vrouw Den hetman plichtvergeten? Daar zwaait het tentgordijn op zij. Daar treedt hij trotsch naar voren, Stenka Razine, met zijn bruid, In een paleis geboren. Zijn stem, sonoor gelijk een klok, Luidt somber en verheven: ‘Den ouden eed blijf ik gestand. U wil ik alles geven! O Wolga, Moeder sterk en schoon, O vloed gebenedijde, Nog nimmer kwam een Donkozak U zijn geschenken wijden. [pagina 367] [p. 367] Opdat hier, bij de vrije stam, D' onzaal'ge twist verzwinde, O Wolga, Moeder sterk en schoon, Aanvaard mijn zielsbeminde!’ Hij slaat zijn machtige armen uit. Hij grijpt haar speelsche lenden, En, vóór men het verhoeden kan, Is 't offer reeds ten ende. AIME DE MAREST. Vorige Volgende