De Vlaamsche Gids. Jaargang 18(1929-1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] Aan de Schelde Dat bierhuis is nu juist geen droom. Het aardt er naar 't primitieve; Maar het ligt aan den schoonen Scheldestroom, En daarom alleen zou j'het lieven. Je rust er onder een baldakijn Van suizewaaiende blaren, En je ziet er met een scheeve lijn De Sint-Annekesbooten varen. Je ziet er het Steen en de grijze Dom, Met een wolk erlangs gedreven, En je lief, zoo rood als een kolleblom. Op een zwierigen schommel zweven. O 't schommelen van de kloeke meid, Het geflikker van haar kuiten, En haar lach - een vuurpijl van jolijt! Dat hield je wel eeuwiq buiten! O zoete lief, schommel jij maar, Schommel langsover de daken, Tot je rokken, warrelend door elkaar, De nok van den hemel raken. Maar kom dan weer bij mij terug; Vlei je vermoeid in mijn armen, Dat ik, rijmelaar met den hoogen rug, Me stil aan uw jeugd verwarme. A. DE MAREST. Vorige Volgende