De Vlaamsche Gids. Jaargang 18(1929-1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Met een Gouvernante in het Park Zij heeft met hoogen ernst haar vrouwenbiecht gesproken: d'Historie van een liefde, door den Dood gebroken. Het was een teere jongen. Jaren zijn voorbij, Doch haar memorie bleef hem trouw ter zij, Zooals haar ziel, die zich niet meer kon geven, Want groote zielen geven zich maar ééns in 't leven. Nu zijn haar handen schromp'lig en haar kaken hol; 't Verdriet gaf haar accent den klank van si bemol. De bleeke Mattamac - waarschijnlijk een occazie - Omhult met lange slierten haar verloren gratie. Zij luistert naar den wind en huivert, als een vlaag Van perkamenten blaren ritselt langs de haag. 't Is najaar in de lucht. - Zij zou wel kunnen schreien En op haar minnaars graf de laatste rust verbeien, Zoo zegt ze - en kromt zich met een plotsen ruk, Als vielen al de pijlers van haar wilskracht stuk. ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... 't Is najaar in de lucht - De wereld is mizerie - Twee uur! Pardon, juffrouw. Ik moet naar 't Ministerie. A. DE MAREST. Vorige Volgende