de jaarlijksche vernieuwing toe van hun schepenen. Bijna altijd werden dezen door den vorst aangesteld. Zij moesten echter genomen worden onder de burgers van de stad. In de 13e eeuw genoot alleen het patriciaat de volledige burgerlijke en politieke rechten.
De ambachtslieden werden toen geoordeeld voor rechtbanken, waarin hun patroons zetelden als rechters, die maar al te dikwijls partijdig optraden. Na den slag bij Kortrijk werd een democratischer regime ingevoerd. De burgers kregen het recht deel te nemen aan de benoeming van hun schepenen. De Burgondische prinsen namen hun dit weer af. De schepenen gingen voort hun rechterlijke functies uit te oefenen, maar in de 16e eeuw oordeelen zij niet meer in laatste instantie. Hun uitspraken zijn dan onderworpen aan beroep, en zoo strekt zich het toezicht van de centrale macht uit over het rechts-, zoo goed als over het bestuurlijk gebied.
De schepenen waren, na begane fouten, afzetbaar. Goedemannen en rechtsgeleerden stonden hen bij. De debatten werden geleid door den baljuw. De rechtskundige raadsleden heetten pensionnarissen. De steden hadden advocaten bij de hoogere juridicties. Andere gerechtsbeambten waren de stadsklerk, de procurator, de deurwaarders.
Dr. Monier handelt over de verschillende gemeentelijke rechtbanken en hun bevoegdheid; hij onderscheidt tribunalen, waarin schepenen zetelden, ondergeschikte rechtbanken en juridicties met bijzondere competenties. Wij zien de Vierschaere in werking op bepaalde plaatsen en dagen en wonen haar zittingen bij.
Priesters en bewoners van kerkelijke gronden ontsnapten meestal aan de juridictie der schepenen. Processen met betrekking op kloosterlanderijen of riddergronden kwamen voor de kerkelijke of de vorstelijke gerechtshoven. Langzamerhand echter slaagden de gemeentelijke magistraten er in, de eenheid van het stedelijk grondgebied te verwerkelijken op rechterlijk terrein. De bevoegdheidsconflicten waren, in de middeleeuwen, zeer talrijk ten gevolge van de veelvoudigheid der juridicties en zij vertoonden een buitengewoon ernstig karakter, wijl de verschillende rechtbanken, die de bevoegdheid over dezelfde zaak opeischten, dikwijls van onderscheiden politieke machten afhingen. Die geschillen werden door een scheidsgerecht opgelost. Later, onder de hertogen van Burgondië, werden zij in eerste instantie geregeld door den Raad van Vlaanderen en in beroep door den Grooten Raad van Mechelen. De autoriteit van de centrale macht was van toen af sterk vastgelegd.
Dit boek van Dr. Monier is een aanwinst van belang voor het helderder begrijpen van onze geschiedenis, die voor dezen scherp navorschenden geleerde geen geheimen bezit.
JOZEF PEETERS.