doodsteek, dan toch de ballingschap en de ineenstorting van zijn beminde ‘Lauwerboom’-school. Zijn zoon, Zacharias Heyns, zal later, evenals Vondel, maar meer bescheiden dan de geniale man, een rol spelen in de letterkunde van het Noorden, te Amsterdam.
Dat de ‘Lauwerboom’-school een goede faam genoot, bewijzen de namen en de afkomst van de leerlingen, die er de lessen kwamen volgen.
‘Nymphes gayes en abry du Laurier’, noemde ze de voortreffelijke taalkundige Gabriel Meurier, een ander vriend en Antwerpsch collega van Peeter Heyns.
Meisjes uit de beste kringen: Heylken en Ysabel van de Werve, dochters van den markgraaf van Antwerpen, Jacqueline Quarré, dochter van den Burgemeester van Brussel, Odilia van Merode, dochter van den landmaarschalk, Hester van Malcote, dochter van den pensionaris van Brussel, en tal van andere dochters van burgemeesters, schepenen, secretarissen, advocaten, pensionarissen, griffiers, notarissen, prevoosten en schouten kwamen zich scharen in de schaduw van den ‘Lauwerboom’. Bekende namen zooals Ysabeau Borlut, dochter van Mr. Joos Borluyt, Colonel tot Ghent, Lynken en Beelken Becanus, dochters van den Antwerpschen taalgeleerde, D.J. Goropius Becanus, Anneken Jonghelings, dochter van den beroemden penninggraveur en beeldhouwer, komen in de lijsten voor, en de ‘nimfen’ komen niet alleen uit Antwerpen of uit de omstreken, maar uit alle deelen van de Nederlanden, uit Ath, Brussel, Mechelen, Brugge, Diest, Lier, Rijsel, Ieperen, Veurne, Armentières, Hasselt, St Truiden, ook uit Middelburg. 's-Hertogenbosch, Bergen-op-Zoom, Amsterdam, Geertruidenberg, Dordrecht.
Over het schoolleven van de ‘nimfen’ hangt Sabbe een bijzonder aantrekkelijk tafereel op in ‘Een Dag op School’. Uit dialogen, voorkomende in het ‘Vocabulaer’: ‘Het Cransken der jonghe dochters’ van Gabriel Meurier bouwt hij op vernuftige wijze zijn 16e-eeuwschen schooldag op.
Dank zij die dialogen, bestemd om idiomatisch Fransch te leeren spreken, kunnen we de werkzaamheden van de kostschool volgen van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Als de meisjes beneden komen, wordt hun toilet door de meesteres onderzocht:
- God gheve u goeden dach mijn vrouwe.
- Goeden dach geve u God. Hoe gady zo vuylyc?
- Ic en ben niet gewasschen.
- Het blyct seker wel.
- Moet men dus onthult gaen sonder tuyteling en met hangenden hair?