De Vlaamsche Gids. Jaargang 17(1928-1929)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 453] [p. 453] Nuptiale De bede van den Man is in haar ziel gedrongen Gelijk de klank van een verteerde saxofoon. 't Verlangen heeft haar met een zachten druk gedwongen. Wat is de Liefde in opperste vervoering schoon! Daar spreekt een wond're taal uit haar fluweelen oogen. De poov're kleeren zijgen als petalen neer; Haar meisjesziel, te lang door harde wet gebogen, Zoekt hallelujazingend den geliefden Heer. Zij geeft zich met een kus. Het bloed roseert haar wangen. Haar slapen bonzen als de klokken van een feest. 't Is of er vlinders aan haar vingertoppen hangen. Het volste leven is één stonde haar deel geweest. Zoo wordt ze Vrouw, voor hem d'alleen'ge Vrouwe. Meteen ontgloeit in haar de diepe drang naar 't kind, En, als zijn armen haar ten sluimer houwen, Gevoelt ze dat ze reeds iets meer dan Hem bemint. A. DE MAREST. Vorige Volgende