Hollandsche Letteren
J. Slauerhoff, wiens Archipel we een paar jaar geleden zoo gunstig mochten onthalen, doet zich met Eldorado (C.A.J. van Dishoeck, N.V., Bussum) als een dichter kennen die het meesterschap nabij is en wiens werk voortaan behoeft gelezen te worden door ieder die iets voelt voor de Nederlandsche poëzie.
Het is nogal moeilijk, hem in enkele woorden te bepalen; zijn vers heeft de bekoring van iets elementeels, van de zee en de wolken, en het dynamische er van ontsnapt aan de scherpe ontleding.
Slauerhoff is essentieel romantisch. Enkele tonen van bitterheid zullen wel eens aan Tristan Corbière herinneren, maar Slauerhoff's romantisme komt het dichtst bij het Engelsche te staan. Byron's Sardanapalus gaf misschien wel een trek aan Dschengis-Khan, de vreemde atmosfeer van Coleridge's Ancient Mariner is in een paar stukken overgegaan, en de kleurrijke levensvolheid van den (hedendaagschen) dichter John Masefield vindt men hier soms wel terug. Dit romantisme bedoel ik echter zoozeer niet als het wilde, passievolle, heroïsche der tijden van koningin Elizabeth.
Daar is de tooverkracht van verre zeegezichten zooals ze moet gewerkt hebben op Francis Drake, daar is al het eenzelvige, en de wil om macht, en het bovenmenschelijke van Marlowe's helden. O, ons enge bestaan lijkt zoo ver, en al het duffe, alledaagsche, de stille grachten en de prakkezeerende menschjes! De liefde voor de zee, het avontuurlijke, het ruwe en schoone; de liefde voor het leven; een gloedvolle en gepijnigde blijdschap als die van Joseph Conrad, dat geeft deze dichter ons.
Slauerhoff. Men onthoude Slauerhoff. De beste Hollandsche dichter van de zee.
* * *
Jenne Clinge Doorenbos zet haar piëteitvolle uitgave van Herman Gorter's nagelaten werk voort met het publiceeren van het in 1917 geschreven In Memoriam (C.A.J. van Dishoeck, N.V., Bussum). Dit zijn verzen ‘bij den dood eener communiste’, korte verzen, van getemperde, innige vroomheid, blank en zuiver, heel zelden wat gewild streng, met enkele motieven die gaan en komen en samenvloeien in hun gegolf, en zich weer verspreiden, als in