Het Antwerpsch Stadszegel
De Vorming van het oud Antwerpsch Stadszegel, door L.J.M. Philippen, Pr., Lid der Koninklijke Academie van Oudheidkunde van België, Voorzitter van het Genootschap voor Antwerpsche Geschiedenis. (De Sikkel, Antwerpen. 1928).
De Vlaamsche cultuur organiseert zich ferm. Hier een nieuw tastbaar bewijs er van: de eerste uitgave van het Genootschap voor Antwerpsche Geschiedenis (onze geschiedkundige Academie!) Noblesse oblige! Zijn voorzitter is het, Priester Philippen, die de reeks opent en schitterend de vuurproef doorstaat.
Hij schetst de ontwikkelingsgeschiedenis van het Antwerpsch stadszegel en toont aan welke elementen het definitief type, dat in het begin der veertiende eeuw gevormd werd, aan elk zijner voorgangers ontleende. Het gebruik van stadszegels in de Nederlanden dateert van het einde der twaalfde eeuw, nadat een zekere vorm, van stadsrecht verkregen was. In 1196 vindt men de eerste vermelding van net Antwerpsch stadszegel (dit met het dextrocherium of rechterarm). Het is nog geen gemeentelijk zegel; zijn feodaal karakter blijkt uit het randschrift. Toch werd het gebezigd door het Antwerpsch bestuur, zelfs toen de stad reeds haar stadrecht bezat.
In 1239 is het oudste zegel door een ander vervangen. Pr. Philippen oppert de zeer gegronde meening, dat het Antwerpsch stadsbeheer toen meer bewustzijn van de waarde zijner gemeentelijke vrijheden had gekregen en lust om het bezit van die voorrechten op zijn zegel te bevestigen. Dit zegel (met de hand) bleef in gebruik tot in 1256. Zijn karakter is bepaald gemeentelijk. De auteur bewijst, dat de handen op het zegel een zinspeling zijn op den naam Antwerpen. De schepenzegels uit die eeuw getuigen met welke voorliefde men daarop figuren plaatste, die op den naam doelen. Dit zegel is het eerste der stadszegels van Antwerpen, voorzien van een tegenzegel.
Voor 1250 werd er een derde stadszegel vervaardigd (dit met zon en maan). Zon en maan zijn wellicht symbolen van vrijheid en zelfbestuur.
Het vierde zegel is weerom een variante van het communaal type. Tusschen 1256 en 1279 werd het gemaakt. Boven de grootere muurtorens wapperen de gebruikelijke penons met de hand, maar nu zijn aan de hechten wapenschilden bevestigd (het Keizerlijk en het Brabantsch). Het complex der figuren, die dit zegel versieren, geeft een waar beeld van het staatkundig statuut der toenmalige Antwerpsche gemeente.
Op het einde der dertiende eeuw wordt er nogmaals een nieuw stadszegel gegraveerd. Met dit zegel eindigt de evolutie en staat de beeldenaar van het Antwerpsch zegel voor goed vast tot op het einde der 18 e eeuw. De oudst gekende afdruk is gehecht aan een overeenkomst van 1302.
Volgen negen bijlagen met de teksten van de oorspronkelijke oorkonden, die op de verschillende zegels betrekking hebben. Twaalf prachtafbeeldingen verscherpen den indruk.
De studie der Vlaamsche geschiedenis bloeit weer. Pr. Philippen weze geprezen om zijn gewichtig aandeel in deze.
JOZEF PEETERS.