der vrouw begaan, door in haar programma het liefdeleven van den mensch uit te schakelen.
De vrouw bereikt haar zelfverwezenlijking slechts door zich te geven als vrouw en moeder. Zij kan die niet vinden in eigen vol making. De Europeesche vrouw ziet niet meer in, waarom zij zich geven zou. Zij eischt van den man, dat hij haar als ‘mensch’ erkent.
Het resultaat van het huwelijk dient te zijn het verkrijgen van de zekerheid voor zijn verder leven, dat er althans éen mensch is, waarop men onder alle omstandigheden rekenen kan. De man, die aan het huwelijk de oude waarde toekent en trouwen wil, onderzoeke ernstig de opvattingen van het meisje.
Het wreekt zich, dat de moeders, door de schuld van het feminisme en de vroegere welvaart, niet zelf leiding kunnen geven, en zij voelen het gemis aan degelijke kennis niet alleen ten opzichte van haar dochters, maar ook in eigen huishouden, nu het dienstpersoneel schaarscher wordt en de welvaart daalde. Zoo men een vrouw wil opleiden, dan moet men het gevoel in haar tot ontwikkeling brengen, zoodat zij vervuld zij van het verlangen om te dienen; daarnaast geve men haar kennis van alle feiten, die van practisch nut zijn. Het komt den schrijver voor, dat de practische toepassing van sociale studiën een belangrijk onderdeel van de opleiding onzer meisjes diende te vormen. De geestelijke resultaten van het onderwijs in internaten zijn alles behalve te roemen. Er heerscht gebrek aan individueele leiding. Besluit: De mannelijke opleiding der meisjes verwoestte het gezin.
Onze cultuur degenereert den mensch. Ook de industrie draagt haar deel. Verandering der werkwijze brengt hier wellicht verbetering (de arbeidswetten, bouwen van tuindorpen). Verhoogd werd de ontaarding door de slechte woningen, het alcoholmisbruik, het verkeerd hulpbetoon, het stadsleven, armenzorg, wanneer zij niet op opvoedkundigen grondslag wordt toegepast, door weelde en verkeerde voeding, door kapitaal en dienstplicht, door de enorme toename der belastingen. Drie kwart der menschen in den besten leeftijd zijn niet gezond.
Het aristocratische type is in de eerste plaats een kenteeken van degeneratie. Als schrijver de vraag stelt: Hebben volkeren evenals menschen hun jeugd, hun mannelijken leeftijd en hun ouderdom? dan denken wij hier aan de theorieën van Prof. Lagrange.
De waarnemingen betreffende erfelijkheid leeren, dat karakter, intelligentie, geschiktheid voor een bepaald beroep niet rechtstreeks overerven, waarom geen meerdere geschiktheid aan klasse of stand mag worden toegekend om de anderen te leiden. Het is ook niet bewezen, dat zoo de nakomelingen van hoogstaande ouders huwen, dit buitengewone resultaten geeft.