De Vlaamsche Gids. Jaargang 16(1927-1928)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Mijn Kinderkens Legt aan mijn heete wang uw wang, Zoo frisch als donzig bloemenvleesch, Mijn kinderkens, ik ben zoo bang Voor wat ik in mijn ziele lees... En vlecht uw armkens om mijn hals Als kluisters, wondersterk en zoet, En geeft me zoentjes frisch en malsch En maakt me weder zacht en goed... En vlijt u aan mijn bonzend hart, Dat het zijn bittre klachten staakt, Dat het zijn zelfzucht hoont en tart En slechts voor u van liefde blaakt! Ik wil door u gelukkig zijn; - Ziet, 'k lach reeds door mijn tranen heen - Ge zijt zoo lief, zoo englen-rein, Dat ik van moederweelde ween!... December 1926. S. VERZELE-MADELEYN. Vorige Volgende