deel is vastgelegd door zijn leerlingen in ‘Lessen over theoretische Natuurkunde.’ Van die colleges ging een groote bekoring uit door inhoud, vorm en het zeer persoonlijke van de beschouwingen, daar geboden, en ze hebben een grooten invloed gehad op de intellectueele vorming der jongere physici.
Maar de intellectueele vorming is niet het eenige, dat wij Lorentz danken; daarnaast en misschien daarboven staat de invloed ten goede, die van den mensch Lorentz uitging. Een nieuweling in den kring van Hollandsche natuurkundigen of hij, die er na jaren in terugkomt, krijgt sterk den indruk: wat voelen deze menschen het plezier in eigen werk, maar ook het plezier in andermans werk en bovenal de vreugde samen te arbeiden aan het bouwen van een schoon gebouw, de moderne physica! Het indrukwekkend gebouw wordt met inspanning en toewijding gebouwd; het is zóó groot, dat soms de eene arbeider niet ziet wat de andere arbeidt, maar de grootmeester Lorentz blijft altijd het geheel overzien en door zijn werklust en toewijding krijgt, wie eens tijdelijk moedeloos was, weer nieuwe hoop en kracht. Te arbeiden aan een tak van wetenschap, die in de laatste 35 jaar zoo ongelooflijk snel voortschrijdt, geeft zeker een verheffend gevoel aan de beoefenaars, maar ongetwijfeld is ook veel van hun arbeidslust, welwillende belangstelling in elkaars werk, zucht tot elkaar begrijpen, te wijten aan Lorentz' invloed, aan den invloed ook van dien anderen grootmeester, professor Kamerlingh Onnes, en aan den invloed van de vriendschap dier twee grooten, een hechte vriendschap van lange jaren, in het werk en in het leven.
Lorentz' onderzoekingen uitgebreid bespreken zou te veel tijd en ruimte vragen en eischt ook een vrij diepgaande mathematische opleiding. Ik stip dus slechts even aan, dat we aan hem danken de electro-magnetische lichttheorie, zooals we die nu kennen; de theorie der electronen, die zulk een revolutie heeft bewerkt in ons natuurkundig denken, en de relativiteits-theorie, die ons noodzaakt oude, ingewortelde begrippen eens aan een grondig onderzoek te onderwerpen, en daarna grondig te wijzigen.
Natuurlijk heeft het in zijn leven niet aan eerbewijzen ontbroken, zoowel van Nederland als van het buitenland, veel te veel om op te noemen, maar waarvan de meest bekende wel is de Nobelprijs, hem toegekend te zamen met professor Zeeman, nadat