Koloniale Kroniek
De heer Jaspar en de kolonie.
Sinds het aftreden van Minister Franck hebben we aan het Ministerie van Koloniën nog niemand gehad, die werkelijk op de hoogte was van koloniale kwesties.
Voor een zoo belangrijk ambt is dit allertreurigst, maar het is in voorkomend geval des te ernstiger, daar Minister Jaspar tevens eerste minister van België is en een onhandigheid zijnentwege op internationaal gebied des te meer beteekenis krijgt.
Zoo heeft hij, volgens de redevoering van oud-gouverneur-generaal Lippens, een besluit doen uitvaardigen, waarbij ambtenaren, die met verlof komen en den staatsdienst verlaten, geen recht meer hebben op verlofstractement en dit in zekere omstandigheden zelfs nog terug moeten betalen. Afgezien van het feit, dat die ambtenaren hun verlof verdiend hebben en zoo'n maatregel dus eenvoudig weg onmenschelijk moet genoemd worden, toont dit ten stelligste aan, dat zijn begrip van koloniseeren nog meer dan vijftig jaar ten achter is.
Andere koloniale mogendheden hebben reeds lang ingezien, dat afschrikwekkende middelen en het maken van de kolonie tot een muizenval, waarin men, eens gevangen, niet meer uitkomt, in alle opzichten verderfelijk zijn.
Op internationaal gebied is de door den eersten Minister van België genomen maatregel voor vreemde koloniale mogendheden een reden te meer om te beweren, dat we niet geschikt zijn om te koloniseeren.
Daarbij dient ook opgemerkt te worden, dat wie weet met welke moeilijkheden men in Kongo te kampen heeft, moet erkennen dat na een verblijf van drie jaar iedereen werkelijk behoefte heeft aan een verlof en dit ook ten volle verdient.
Opmerkelijk is het, dat in den laatsten tijd van verschillende zijden klachten geuit worden over de behandeling der Vlamingen in onze kolonie. Laat ik als mijn persoonlijke meening zeggen, dat ik het als een ramp voor het land beschouw, als ooit de taalstrijd