Boekennieuws
Onschatbare diensten kan een woordenboek van Belgiscismen als de Nederlandsche Taalgids door C.H. Peeters (Uitgave De Sikkel, Antwerpen) bewijzen aan de Vlamingen, die hun taal zuiveren willen van alle smetten. Het werk verschijnt in afleveringen van 32 blz. en zal 500 pag. beslaan. Prof. Vercoullie schreef een inleiding. Reeds ontvingen wij ook het woord-vooraf van den samensteller zelf, die daarin met klem de noodzakelijkheid van taaleenheid in Noord- en Zuid-Nederland bepleit en tevens nagaat welke pogingen in die richting werden gedaan.
In zijn eigen werk wil C.H. Peeters de voornaamste afwijkingen van het algemeen-Nederlandsch vermelden en toelichten en daartegenover de overeenkomstige woorden in het algemeen-beschaafd stellen. Van belang lijkt ons vooral deze opmerking: ‘Wij wenschen daarbij geenszins alle specifiek Zuid-Nederlandsch uit den booze te verklaren...’
Omer Wattez, wien we reeds zooveel moderniseeringen van Oud-Germaansche heldenliederen te danken hebben, heeft thans, naar eigen wijs, in kleur- en klankrijke verzen de aloude Goedroensage herdicht. Verder bewerkte hij het tweede lied van Helgi den Hoendingdooder. Aan Horand, waarvan in de zesde aventure van het Goedroenlied gesproken wordt, is een volgend gedicht gewijd, terwijl de dichter zich verder inspireeren laat door de Parcifal-sage, de sage van Lohengrin en deze van Tannhäuser. Voor de kennis van den Germaanschen voortijd is dit ook in literair opzicht belangwekkende boek onmisbaar! Goedroen werd uitgegeven te Antwerpen door L. Opdebeek.
LODE MONTEYNE.
* * *
Van Proza van Vlaamsche Priesters, gebundeld door Joris Eeckhout, verscheen het tweede deel: Schouwend Proza (Excelsior, Brugge; 233 blz.; 11 fr. 70 c.) Het werk bevat opstellen van Caesar Gezelle, Jozef van Mierlo, Karel Elebaers, Arthur Boon, Leonce Reypens en Joris Eeckhout en eindigt met bio- en bibliographische nota's, bijgehouden tot Paschen 1926.