son e.a., maar vooral Dickens hun geannoteerde en geïllustreerde uitgaven. - De reeks ‘A new English Library’, geleid door Kooistra en Van Kranendonck, brengt van genoemde en andere auteurs omvangrijker werk aan de beurt. - En dan laten we nog een tiental andere reeksen onvermeld, die Duitsche of Engelsche, Fransche of Nederlandsche literatuur binnen het bereik van leerlingen M.O. halen. We konden anders wel een hartig woordje wijden aan ‘Van alle tijden’, ‘Lyceum herdrukken’ en meer, die meesterwerken uit de middeleeuwsche en de latere Nederlandsche letterkunde van degelijke inleidingen en aanteekeningen voorzien, bezorgd door Ligthart, Tinbergen, Lansberg, Endepols e.a. We voegen hier alleen aan toe: laten dergelijke geannoteerde schooluitgaven de leerlingen een prikkel tot zelfstandig lezen zijn, maar nooit aanleiding worden om literair heerlijke brokken klassikaal te ontleden en te dooden.
Noemen we nog als pas verschenen: Fransche vertaaloefeningen, door De Lange en Struik; - Prozafragmenten, Fransche teksten met grammatische en idiomatische aanteekeningen, door Benjert en Elzinga; - en vooral English passages for translation, drie deeltjes Engelsche teksten voor meergevorderden, uitgekozen en van vertaalnota's voorzien door De Maar.
Van de firma Noordhoff, te Groningen, bereikten ons: Over spraakgebreken en hun bestrijding door Branco van Dantzig, een boekje dat in 72 bladzijden een degelijk inleidend denkbeeld geeft van de physiologie der spraak, de soorten van gebreken en de wijze van behandeling; - Puberteit en school door A.J. Schreuder, een vertaling naar Prof. A. Cramer, die als eerste kennismaking met het onderwerp nog wel het lezen waard is; - Zenuwachtigheid en opvoeding door Dr. J.H. Gunning, een vlugschrift, dat voortreffelijk het verschijnsel zenuwachtigheid belicht en vooral interessant is om de oorzaken die de steller bij ons, ouders en opvoeders, blijkt te ontdekken; - Pas à pas, een leergang in Fransch voor eerstbeginnenden, door Dr. Dijkshoorn, die naar ouden trant nog aan de vertaalmethode gebonden loopt.
De firma Ploegsma, te Zeist, brengt ons: De Kudde van Jef Vermeer door Jef Vermeer, dat een bizonder eerlijk beeld geeft van huiselijk gebeuren en misgebeuren en van de wijze waarop de theorie er in 't gedrang geraakt; Mijn en dijn door L. Kuneman, schetsen uit het kleine menschenleven, die het voordeel hebben ook ons, groote menschen, even aan 't peinzen te houden.
De uitgeversmaatschappij ‘De Tijdstroom’, te Huis ter Heide, liet Prille vrees en vreugd door H.G. Cannegieter verschij-