lijke stadspatriciaat vormen. Naast het lakengilde groepeeren zich de andere beroepen binnen de stad, ondanks den tegenstand, in het begin, van den Magistraat.
Het economisch leven is dan te kenschetsen als een vrij winstbejag.
Grootscheepsche kolonisatie werd gedreven door de graven van Vlaanderen en de hertogen van Brabant (aanleggen van nieuwe dorpen in bijgewonnen polders).
In de 12e eeuw wordt Brugge een steeds internationaal breedere handelsplaats (de Hanze).
Wanneer in Vlaanderen de ambachten optreden tegen de patriciërs, gaan dezen beroep doen op den koning van Frankrijk. Filips de Munteschrooder brengt in onze geschiedenis de eerste schande van bedrog in het geldwezen.
Met Robrecht van Bethune verandert het stedelijk politiek regime, verdwijnt de ambachtsoverheersching.
De uitvoering van de vredesvoorwaarden tusschen Vlaanderen en Frankrijk door de keurheeren, gaf aanleiding tot een socialen opstand (Kassel).
Jakob van Artevelde verbindt de Vlaamsche zaak met die van Engeland door een handelsverdrag en Edward neemt te Gent den titel aan van koning van Frankrijk, zwerend, dat hij Vlaanderens rechten zal handhaven. Na Artevelde, onder Lodewijk van Male, wordt de Fransche ambachtspolitiek in Vlaanderen doorgevoerd.
Het Burgondisch tijdvak brengt het einde der middeleeuwsche orde, der middeleeuwsche gedachte. De krisis der Nederlandsche lakenweverij voert die oude nijverheid tot haar einde. De linnenweverij ontwikkelt zich.
Antwerpen wordt het centrum van den internationalen handel.
De Habsburgers zetten tegenover de ambachten de Valois-politiek voort. De landbouwers beleven een voorspoedigen tijd.
Wanneer Alva zijn 20n en zijn 10n penning heft, smelt de Antwerpsche handelsstad als sneeuw voor de zon. Onze bevolking wijkt uit. De Beurs van Antwerpen dient als tapijtweverij.
In de arbeidersambachten verdwijnt de corporatieve geest echter niet. Onderlinge bijstanden ontluiken.
Onder leiding van Coeberger gaat men zich bezighouden met landontginning (1617). Bergen van Barmhartigheid rijzen op.
Te Antwerpen droomde een partij, die zich rekenschap gaf van de noodlottige economische verschuiving, van aanleuning bij het Noorden. In 1648 viel haar hoop.
Het Fransch mercantilisme met zijn tarief van 1667, de oorlog, het Hollandsche tariefsysteem, waar Spanje zich bij neerlegde,