overdreven lyrisme, die men nog zelden elders ontmoet heeft.
Bij denzelfden uitgever, waar reeds vertellingen van Buysse en Timmermans verschenen, kwam thans een bundel van Baekelmans van de pers, onder den titel Binettes,
Georges Duhamel zet zijn geschiedenis van Salavin voort in Journal de Salavin. (Mercure de France). Hij was begonnen in Confession de Minuit, dat niet onder de beste werken van den grooten schrijver telt, en voortgegaan in den roman Deux Hommes, die daarentegen voortreffelijk is. Ik ben geneigd Journal de Salavin dichter bij het eerste boek te plaatsen. Salavin was ons meer dan voldoende bekend en de misselijke besluiteloosheid eenerzijds, de idiote beslotenheid anderzijds en het doel-looze egoïsme overal worden zoo sarrend, dat de lezer er zijn geduld bij verliest. De psychologische ontleding van het weinig interessant personage is echter meesterlijk uitgevoerd. Ongetwijfeld zullen talrijke bewonderaars van Duhamel gunstiger over dit boek denken dan ik, doch allen zullen wij het eens zijn, geloof ik, om La Pierre d' Horeb, (Mercure de France), dat eenige maanden vroeger verscheen, een meesterwerk te noemen. Met die enkele bewering zonder meer wensch ik het aan te bevelen.
Bij de Fransche uitgave van Lafcadio Hearn's werken werd onlangs een nieuw deel gevoegd, Contes des Tropiques (Mercure de France), dat ook weer vol is van de vreemde en onontkoombare bekoring van dien zonderlingen, heimweevollen schrijver.
Een zesde reeks Promenades littéraires (Mercure de France) bevat Remy de Gourment's meesterlijke opstellen over Amerikaansche letterkunde, Alfred Vallette, Rivarol en anderen.
Reisromans schijnen in de mode te zijn en ongeveer altijd gaan de reizigers in tegenovergestelde richting van de beschaving, nl. van West naar Oost. Zoo gaat Paul Morand in Rien que la terre!.. (Albin Michel) en zoo reist ook Roland Dorgelès in Partir..., tamelijk banaal in de beschrijving van de afgeloopen aanleghavens tusschen Marseille en Shanghaï, maar boeiend door de teekening van de personen, operazangers en rastas, die hij tusschen de passagiers uitkiest om een roman mee te maken.
Les Enfants du Siècle (Bern. Grasset) worden door André Lamandé gesynthetiseerd in één enkel persoon en het drama, waarvan deze moderne jongeling de held is, is aangrijpend door zijn driestheid en de gewaagdheid van de omstandigheden.
In Béni Ier, roi de Paris (Albin Michel) steekt A. 't Serstevens den draak met de demagogie en doet het op een satirische wijze, waarover Rabelais en Molière zich niet zouden schamen.
Minder satirisch, doch hier en daar vol diep gevoel, is de