Tusschen al het reusachtig werk dat de blanke menschheid sedert vijftig jaar heeft verricht, is er niets zoo zielsverheffend als de groote vorderingen in den welstand van de arbeiders, over heel de wereld: het is een diepe sociale ommekeer, die slechts in den aanvang is, en waarvan men de gevolgen nog niet kan overblikken.
Die grootsche verbetering is geschied, niet door geweldige maatregelen, maar langs lijnen van geleidelijke ontwikkeling, uit de eigen kracht der moderne maatschappij, door de ekonomische en parlementaire middelen die zij zelf had geschapen: het is de gouden vrucht der demokratie. (Toejuichingen).
Die vruchtbaarheid is een troostend teeken dat wij niet leven op grondslagen van onrecht, maar in eene gezonde organisatie, die in duizenderlei lijning zich zelven verruimt en verbeteren kan.
Bij ons in België, en vooral in Vlaamsch België, zijn de toestanden van nu tegen die van vroeger als de dag en de nacht.
Om te voelen wat die ontwikkeling aan menschelijk geluk en menschelijken welstand beteekent, hoef ik in ons eigen land slechts terug te denken aan mijn studententijd! Ik herinner mij nog hoe ik eens een voetreisje langs onze Schelde ondernam, en in het land van Waas, te Zele, in het groote nijverheidsdorp, vertoefde. Hoe trof mij de ellende der arbeiders! Hoe schrok ik voor dat miserabele leven der oneindig lange werkdagen en der bitter lage loonen, der krotten als huizing en der schamele plunjes als kleedij! Terugkeerend weende ik langs den weg van woede en te huis gekomen zond ik een lang en bitter opstel naar het eenig demokratisch blad van dien tijd, ‘De Zweep’ van den goeden, vrijzinnigen Vlaming, vader Hoste, met het besluit: ‘Hier wordt een volk uitgehongerd en verrekeld. Dat kan en mag zoo niet blijven.’ (Langdurige toejuichingen).
Van toen af stond het voor mij vast dat eene ingrijpende sociale wetgeving er broodnoodig was, dat zij geen inbreuk zou zijn op de vrijheid, maar integendeel het nominaal recht om vrij te leven tot eene werkelijkheid zou maken, dat al de vrijheden, van denken en handelen, van schrijven en spreken