| |
| |
| |
Duitsche Kroniek
Handbuch der Literaturwissenschaft, herausgegeben von Prof. Dr. OSCAR WALZEL (Bonn), unter Mitwirkung von Prof. Dr. E. Bethe, Prof. Dr. B. Fehr, Prof. Dr. Th. Frings, Prof. Dr. H. Hecht, Prof. Dr. H. Heiss, Prof. Dr. A. Heusler, Dr. St. Hock, Prof. Dr. A. Kappeimacher, Prof. Dr. W. Keller, Prof. Dr. V. Klemperer, Dr. A.H. Kober, Prof. Dr. J. Körner, Prof. Dr. E. Lommatzsch, Prof. Dr. F. Strich u.a.
Akademische Verlagsgesellschaft Athenaion m.b.H. Wildpark-Potsdam. Preis für eine Lieferung 2,20 R.M. (32 Seiten.)
In Jrg. XIV, nr. 7 van dit tijdschrift, konden wij reeds wijzen op den grooten opzet van dit werk, dat met ± 150 afl. zal volledig zijn en dat de literaire productie van de heele wereld wil overzien; de 3000 illustraties die er aan worden toegevoegd (waaronder zeer vele die nu voor de eerste maal worden verspreid) maken de uitgave ook op dit gebied tot iets eenigs.
Nu het eerste volledige deel vóór ons ligt (Prof. Dr. Andreas Heusler: Die altgermanische Dichtung, 6 afl.), kunnen wij een oordeel vellen over dien nieuwen, modernen leidsman door de wereldliteratuur. De buitengewoon hooge verwachting waarmede die groote poging werd tegemoet gezien, wordt niet in het minst beschaamd door het prachtige deel van Heusler.
Waar er tot nu toe slechts handboeken bestonden der Gotische, Duitsche, Engelsche, Noorsche en Nederlandsche literatuur, behandelt het wrerk van Heusler de gezamenlijke Germaansche productie, - en dit op een manier die baanbrekend beeten mag. Elk aangeraakt punt laat door zijn volledigheid, rijpheid en klaarheid blijken wat een levenswerk het instudeeren van die stof voorstelt; deze is derwijze ingedeeld dat eerst de omvang en de bronnen van de oud-Germaansche literaturen worden onderzocht, daarop taal en zeden van het volk, eindelijk de verschillende soorten van zijn poëzie. Wij laten hier de voornaamste titels volgen:
Umfang u. Quellen. - Nebenquellen. Richtlinien der Darstellung. - Gesittung. Sprache. Fremde Einwirkungen. - Runenschrift. Mündliche Ueberlieferung und die Niederschrift. - Niedere u. höhere Gattungen. Eddisch u. Skaldisch. - Vers- | |
| |
kunst. - Vortrag. - Ritualdichtung. - Zauberdichtung. - Spruchdichtung. - Merkdichtung. - Kleinlyrik. - Rückblick auf die niedere Dichtung. - Der Hofdichter. - Das Preislied. - Das Erzähllied. - Ausblick auf das Epos. - Rückblick. Germanischer Stil.
Wij hadden eigenlijk, als eersten tak van het werk, moeten spreken over de bijdrage van hem die de geestelijke vader is van het heele Handbuch, namelijk: O. Walzel: Gehalt und Gestalt im Kunstwerk des Dichters, - want het is hier dat de leider de lijn heeft willen vastleggen, die door de globale prestatie zal worden gevolgd. Van Gehalt und Gestalt verschenen tot nu toe 7 afl., dus genoeg om er de methode van Walzel te kunnen uit opdiepen.
Hij wil de literatuurgeschiedenis historisch-kritisch opbouwen, en toont in zijn inleiding aan hoe die methode langzamerhand groeide. ‘Das Kunstwerk als einen Organismus von eigener Gesetzlichkeit zu fassen, lernen von Herder und Goethe zuerst Schiller und die Frühromantiker.’ Volgde de groote invloed van Schelling in die richting, - en de 19e eeuw die - zij het ook ten grooten deele verkeerdelijk - de natuurwetenschappelijke methode toepaste. ‘Nicht wie das Kunstwerk entsteht, bloss wie es ist, lässt sich mit einiger Genauigkeit sagen. Es als Erscheinung zu verdeutlichen, nicht es als Ergebnis von Ursachen zu fassen, ist eine lösbare Aufgabe.’ En zooals men gelijkenissen aanwijzen kan in het werk van denzelfden dichter, zoo kan men dit in de voortbrengst van een heel ras. ‘Rechtgefasste Poetik will die grossen Zusammenhänge und die Grundlegenden Gegensätze ergründen, die zwischen den zahllosen Möglichkeiten dichterischen Gestaltens bestehen. Sie verstellt sich selbst den Weg, wenn sie auf die Gewinne geschichtlicher Betrachtung verzichtet. Künstlerische Gestalt des Dichtwerks und in ihr den Ausdruck eines geistigen Inhalts will sie erkennen lehren. Solcher Aufgabe wird sie gerechter, sobald sie Zeit und Ort der Entstehung des Kunstwerks im Auge behält und dazu die geistige Artung dieser Zeit und dieses Orts. Und weil im Nacheinander des dichterischen Werdegangs der Zeiten solche Erkenntnisse, die auch der Poetik unentbehrlich bleiben, sich besser bewähren als in bloss begrifflicher Ordnung der Möglichkeiten dichterischen Gestaltens, behält Dichtungsgeschichte ihr Recht auch dann, wenn wirklich eine systematisch angelegte Poetik noch unmittelbarer in die vielgestaltige Welt dichterischer Formen einführen mag als das geschichtliche Aneinanderreihen von Dichtwerken und von deren Schöpfern.’
Sommige andere werkwijzen worden integendeel veroordeeld: ‘Und wenn Beobachtung, am Leben des
| |
| |
Künstlers angestellt, nicht den Gewinn erbringt, der sich aus der Beobachtung des Kunstwerks ergibt, so fruchtet noch viel weiniger ein andrer beliebter Handgriff der Seelenkunde. Die schwererfassbaren Vorbedingungen gegensätzlicher Ausdrucksmöglichkeiten des Kunstwerks will sie in der Urform am Kinde untersuchen.’ Het was Wilhelm Dilthey die het eerst op de juiste wijze de psychologie wist toe te passen. ‘Von Dilthey geht es unmittelbar und ohne zwecklose Hemmungen weiter zu einer Erfassung des Kunstwerks, das dessen Eigenton heraushebt, ohne den bänglichen Nebenton erklingen zu lassen, der bloss eine naturnotwendige Gebundenheit des Künstlers ankündigt.’
De eerste noodzakelijke voorwaarde om een literair kunstwerk in zijn uitdrukking te waardeeren is het nagaan van zijn geestelijk gehalte. Hier is de onmiddellijkste en beste steun de beeldende kunst, en de waardevolste inwijder Heinrich Wölfflin. Dilthey en Wölfflin zijn, naar Walzel's meening, diegenen welke het meest hebben bijgedragen tot den opbouw van de nieuwe werkwijze. ‘Viel muss dann von der Gestalt der Dichtung gesagt werden, ehe auch nur von ferne herangegangen werden darf an die schwierige Frage des Zusammenhangs von Gehalt und Gestalt des Dichtwerks. Verkürzt würde der Weg nicht, wenn man eilig aus kulturgeschichtlichen oder kulturpsychologischen Voraussetzungen die Form ableiten wollte.’
Dan begint Walzel volgens de aangeduide methode het onderzoek van een, op dit oogenblik nog onuitgeputte reeks punten: Erleben des Kunstwerks und sprachgeschichtliche Erfassung der Dichtung; Einfluss und künstlerisches Erlebnis; Künstlerische Absicht; Der Dichter und seine Weltanschauung; Werturteil; Gehalt und Gestalt; Stoff; Gestalt; Ungebundene Rede.
Tot daar gaat de uitgave van dit deel, dat op dit oogenblik reeds 224 blz. beslaat. Het zou te ver voeren, over elk van die hoofdstukken iets meer te willen meedeelen; zeggen wij alleen dat de alzijdigheid van de opvatting en de overvloed van voorbeelden het instudeeren van die zware stof tot een genot maken.
Een ander deel van het Handbuch waarover reeds kan gesproken worden is dat van Prof. Dr. B. Fehr (Zürich): Die englische Literatur des 19. u. 20. Jahrhunderts. (Mit einer Einführung in die englische Frühromantik).
Van dit deel, waarop wij reeds wezen in Jrg. XIV, nr. 7, verschenen reeds 9 afl. (290 blz.), - waarmee Fehr zich echter pas van de helft van zijn taak heeft gekweten. Ook hier een massa meerendeels niet-verspreide foto's en gravuren, een uitzonderlijk overvloedige bibliografie van scheppend en kritisch werk; een doordringende, alzijdige, en toch onderhoudende behandeling van de stof.
| |
| |
Hoeft het gezegd, dat elke nieuwe afl. van het geheel een verrassing is, - en dat wij met spanning uitzien naar den arbeid van Prof. Dr. Th. Frings (Bonn): Die niederländische Literatur?
| |
JULIUS BAB: Der Mensch auf der Bühne, eine Dramaturgie für Schauspieler.
Durch das griechische Drama. - D.d. Dr. Shakespeares. - D.d. Dr. Calderons und Molières. - D.d. Dr. Lessings und des ‘Sturm und Drang.’ - D.d. Dr. der deutschen Klassik. - D.d. Dr. Kleists und Grillparzers. - D.d. Dr. Hebbels. - D.d. Dr. der Franzosen und Ibsens. - D.d. Dr. Gerhart Hauptmanns. - D.d. Dr. des Naturalismus und der Mystik. - D.d. Dr. Grabbes, Wedekinds und Shaws. - D.d. Dr. des Expressionismus und Büchners.
Jedes Heft M. 1.50. - Oesterheld u. Co, Berlin.
Zooais hij het zelf zegt, woonde in Julius Bab reeds lang het verlangen om aan den eisch, eens door Otto Ludwig gesteld, gehoor te geven: ‘man müsste die ganze dramatische Kunst aus dem Problem, der Schauspielerkunst ein Substrat zu geben, herleiten.’ Hij vond een eerste gelegenheid daartoe, toen hij een reeks lezingen moest houden in de tooneelschool van het Deutsche Theater en werd door zijn bezigheden steeds meer in die richting gestuwd, vooral wanneer hem de leiding werd opgedragen van de tooneelschool, aan de Volksbühne verbonden. Het gezamenlijke werk, dat menigvuldige veranderingen onderging, met een steeds klaarder uitgesproken neiging tot het praktische gedeelte, bleef in zijn hoofdtrekken hetzelfde. ‘Ueberall aber, wo lebendige Dichtung und reiche Schauspielerkraft vorhanden sind, da ist es die stets mögliche und sehr wichtige Aufgabe des Regisseurs, ihre friedliche Durchdringung zu erreichen, dem Schauspieler zu zeigen, mit welchen äusseren und inneren Kräften der eigenen Natur er der Absicht des Dichters gerecht wird. Dies aber - nicht für bestimmte Rollen und Stücke, sondern für die hauptsächlichsten dramatischen Formen unseres lebendigen Repertoirs im allgemeinen - zu leisten, das war ja der Inhalt meines Schauspielerseminars geworden. Und das soll der Gehalt dieses Buches werden.’ Het is nu, in die nieuwe uitgave, derwijze uitgevoerd dat de aangehaalde fragmenten (bij elke verhandeling is een deeltje tekst) de kern vormen van het geheel.
Wij kennen Bab op 't gebied van theaterkritiek en weten dat hij een trouw leidsman is, inzonderheid voor de jonge elementen, die in hem steeds een leeraar, een vriend, een raadgever vinden; vooral in deze deeltjes heeft hij zijn volle hart laten meespre- | |
| |
ken. De jonge tooneelspeler die weten wil hoe onafzienbaar het gebied is dat voor zijn heerschappij is weggelegd, hoe overvloedig de bronnen vlieten die hij in de juiste bedding leiden moet, - die heeft slechts Bab's Der Mensch auf der Bühne ter hand te nemen, - en hij zal er de rijkdommen en hun beheer op een en hetzelfde oogenblik leeren kennen. Bab's streven is er naar gericht, zijn eigen leidingswerk op tooneelgebied niet telkens door anderen te doen opnieuw beginnen en den jongen tooneelkunstenaar een vak-opleiding te geven zonder hem tot eindelooze literaire studie te dwingen: een kort overzicht van het drama, voor zoover het nog van belang is voor het huidige Duitsche repertoire, van het standpunt van den tooneelspeler uit gezien, dus niet literair-historisch of poëtisch-verklarend opgevat. Der Mensch auf der Bühne is al even nuttig voor den leeraar als voor den ouderen of den jongeren akteur die van zijn vak iets meer wil kennen dan de rol, die hem persoonlijk werd toevertrouwd, - even nuttig ook voor den regisseur, wien het geheel meer nog dan de enkele deelen van een werk of de enkele waarden van een tijd vertrouwd moet zijn, - even nuttig alweer voor kritiek en publiek, die een tooneelwerk als dusdanig leeren beschouwen.
Aan de verklaring der teksten ontplooit zich het opleidende talent van Bab, - aan het bijeenbrengen en naast-elkanderstellen van schrijvers en stroomingen zijn omvattend doorzicht: het kontrast tusschen den oud-Griekschen en den Shakespeariaanschen tooneelspeler, - de twee wereldbeschouwingen vergroeid met de artistieke productie van Shakespeare eener-, Calderon anderzijds, - de punten van kontakt tusschen Molière, Anzengruber, Shakespeare, - de parallelen Shakespeare, Lessing en Schiller, - de nieuwste geest reeds aanwezig bij Grillparzer en Goethe, - de gemeenschappelijke basis van en de verschillen tusschen een Ibsen, een Dumas, een Augier, een Sardou, - Büchner en Grabbe als inleiding tot VVedekind en Strindberg, - en de groote verscheidenheid van de jongsten, die gaat van een zielloos cynisme als dit van Sternheim tot een absoluut immaterialisme als dit van Kornfeld.
Traditioneel-hooggeschatte figuren schuift hij met enkele woorden aan kant, - terwijl integendeel aan anderen een grooter belang wordt gehecht dan dit tot nu toe het geval was.
Er uitdrukkelijk bijvoegend dat dit werk natuurlijk werd gezien vanuit het oogpunt van het Duitsch tooneel, kunnen wij het gerust aanvaarden als behoorende tot het beste - en het zeldzame - dat op dit gebied werd voortgebracht.
DOLF ROELS.
|
|