De Vlaamsche Gids. Jaargang 14(1925-1926)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 563] [p. 563] [Verzen] Mijn Buurvrouw Mijn buurvrouw is een leerares: Zij geeft de kleine kinderen les, in aardrijkskunde, in huishoudkunde en 't wonder van de Leidsche flesch. Zij leerde Rothschild rekenen, zij leerde Rembrandt teekenen, Schubert liederen zingen, den akrobaat door hoepels springen, den architekt een villa bouwen en iedereen zijn zonden berouwen. Voor elk gebeuren in het leven, weet zij u raad en daad te geven. Haar brein moet wel zijn als een groot arsenaal. Haar woord is 't bevel van een streng generaal. Men zegt: Als bij haar thuis de melkpot op het gasvuur staat, beveelt zij: ‘Kook!’ en inderdaad de melk aan 't koken gaat. Toen ik haar leerde kennen, stond ik verbaasd voorwaar! Nu eerst begrijp ik haar. Ik zal er nog toe komen haar onvoorwaardelijk te bewonderen. [pagina 564] [p. 564] De Hovenier Mijn buurman is een hovenier. Zijn hart is als een dik brevier, waar elke bloem en elke plant zijn psalm heeft net gelijk een Sant. Hij doet zeer zeker aan magie. Hij plant een kleine stek en zie, de takken van de fuchsia's beblommen zich met dahlia's. Als hij des zomers rozen snijdt, betuigt hij elken knop zijn spijt. De mooiste blijven echter staan, zij mogen leven en vergaan. De koopers ziet hij liever niet: zij doen hem telkens diep verdriet, want elke plant, die henengaat, is hem een kind, dat hem verlaat. Als wij reeds allen slapen zijn, zit hij nog in den maneschijn, en luistert naar den nachtegaal en naar der bloemen vreemde taal. Hij snuift eens aan een litastruik en vindt zijn kanna's toch weer puik. Eerst tegen 't midden van den nacht acht hij zijn taak bijna volbracht. A.W. GRAULS. Vorige Volgende