Denekine, beschouwden ze als evaarlijke separatisten, die, als resultaat van hun optreden, Rusland van den eenigen min of meer treffelijken uitweg op de zee zouden berooven. Anderen, die vooral voor het bolsjevistisch gevaar bevreesd waren, herinnerden zich de rol die een paar zoogen. Lettische regimenten bij de Maximalistische Omwenteling hadden gespeeld en wantrouwden de heele bevolking der Baltische staten niet minder dan de bolsjevisten; zij zegenden de Duitsche bezetting, die naar hun meening alleen in staat was den Rooden Inval in Europa tegen te houden en het verduitschte gedeelte der bevolking in de steden en op het platteland hadden gansch hun sympathie.
Tegenover een dergelijke geestesgesteldheid, bleef er de inwoners der Baltische streken niets anders te doen, dan zich zelf te verdedigen op hun eigen grondgebied met de wapens, waarover ze beschikten, in West-Europa, met de hulp van eenigen, die wisten en die begrepen, door middel van de pers. Lithauers, Letten en Esten hebben hun eerste, zoowel als hun tweede verdedigingscampagne met vastberadenheid, moed en standvastigheid gevoerd en een ieder weet met welk succes. Laten we hier speciaal op de tijdschriften wijzen, die tot dit succes in groote mate hebben bijgedragen.
De campagne in Frankrijk en in Engeland begon reeds zeer vroeg. In Juni 1918, op het oogenblik dat ten gevolge van het afvallen van Rusland als oorlogvoerende macht aan de zijde der Bondgenooten, de toestand van deze laatsten met den dag akeliger werd, verscheen te Parijs het eerste nummer van de REVUE BALTIQUE, gesticht door Arthur Toupine, die het bestuur er van het gansche eerste jaar waarnam. Ze was voorzien van een ‘Comité de Patronage’, waaronder we de namen aanstippen van J. Mark Baldwin, Fred. Buisson, Emile Doumergue, Henri Hauser, Ed. Herriot, A. Meillet, Seignebos, Albert Thomas en anderen.
Het doel der REVUE BALTIQUE was tweeërlei: 1) bewijzen dat Lithauers, Letten en Esten, tusschen Duitschland, Rusland en Polen in, nationaliteiten op zichzelf uitmaken (daartoe wezen zij op hun oorsprong, hun cultuur, hun gansche geschiedenis, hun lijdensgeschiedenis, en vooral op hun Entente-getrouw gedrag vóór en na de Russische Omwenteling); 2) wijzen op de economische en op de staatkundige rol, die een reeks onafhankelijke, anti-bolsjevistische en anti-Duitsche staten aan de Baltische kust, in de nieuwe inrichting van Europa zou kunnen spelen.
De REVUE BALTIQUE was dus eerst en vooral een politiek tijdschrift, dat ook wel eens aan economie deed, vooral van midden 1919 af, toen dank zij de tusschenkomst der Bondgenooten, de politieke toestand ginder wat opklaarde; tal van andere vraagstukken, die de Baltische volken konden helpen doen kennen, werden er echter niet in verwaarloosd. Het is, voor wie een idee wil hebben van land en volk in deze streken en stap voor stap het ontstaan wil volgen der drie onafhankelijke republieken, die, in elk nummer, elk over een afzonderlijke rubriek beschikken, een bron van allereerste waarde. Midden 1920 was de vrede met Sowjet-Rusland gesloten en de laatste poging door Bermont gedaan om de Duitsche heerschappij in de Baltische streken te handhaven, mislukt; de zelfstandigheid der Baltische staten was een feit, al moest er nog een jaar verloopen vooraleer deze in rechte werd erkend. Deze erkenning moest komen, want heel wat vorderingen hadden de gedachten bij de Bondgenooten gedaan. De REVUE BALTIQUE, die ook in het Engelsch was uitgegeven geworden en waarvan in den loop van drie jaar een 20 tal nummers waren uitgekomen, had haar doel zoo goed als bereikt en mocht nu gerust ophouden te verschijnen, te meer dat sedert April 1919 een ander tijdschrift te Parijs gepubliceerd werd, dat weliswaar speciaal Estnisch was, maar toch nooit een gelegenheid had laten voorbijgaan om de belangen der andere Baltische staten te verdedigen: het BULLETIN DE L'ESTHONIE.