De Vlaamsche Gids. Jaargang 14

[p. 522]

Boekbeschouwing

De firma J.B. Wolters, Groningen, den Haag, zond ons enkele schooluitgaven, waarover wij gaarne een woordje reppen.

De Beknopte Nederlandsche Spraakkunst ten dienste van het middelbaar en het normaal onderwijs in Belgische scholen, door Dr. C. De Baere, beleefde een tweeden druk, die rekening hield met het nieuw officieel leerprogramma voor athenea en middelbare scholen, zoodat het handboek nu dienen kan voor de drie studiejaren der middelbare scholen, voor de 6^e, 5^e en 4^e klassen der athenea, voor den vierden graad en voor de lagere normaalscholen. Aan te stippen de hoofdstukken over uitspraak (geluiden en klemtoon), over den zin (de samengestelde zin onmiddellijk na den enkelvoudigen), over den woordenschat (beteekeniswijziging, begripsverruiming en -verenging, aanwinst en verlies van woorden, samenstelling, afleiding - blz. 144 staat middellijke i.p.v. onmiddellijke -, samenstellende afleiding). Prijs: 7 frank (152 blz.)

Zelfde prijs voor de Oefeningen bij de Beknopte Nederlandsche Spraakkunst door Dr. C. De Baere (128 blz.), waarvan eveneens de tweede druk verscheen. Hier zijn veel oefeningen in doorloopenden tekst, die de leerstof minder stroef maken en bij de leerlingen zeker zullen ‘inslaan.’

Van de Eerste Fransche Lessen, nieuwe leermethode voor de Vlaamsche lagere klassen, door L. Breckx en L. Goemans, die hier reeds vroeger aangekondigd werden, verschenen: 1^e deel, tweede verbeterde druk (120 blz., 5 frank) en 2^e deel, evenzoo tweede verbeterde druk (152 blz., 7 frank), beide met woordenlijst, aangenamen, afgewisselden inhoud en keurige illustraties.

Van C.A. van Beek en W.H.C. van Heek, leeraars aan kweekscholen, die Algebra en Planimetrie uitgaven, verscheen nu ook Stereometrie, voor onderwijzersopleiding en hoofdakte-studie (ing. f 1.90; geb. f 2.25). Eenvoudig en zeer bevattelijk.

Van K. ten Bruggencate's Engelsch Woordenboek, waarvan de lof niet meer te maken is, werd een tweede, omgewerkte en vermeerderde uitgave bezorgd door A. Broers, leeraar H.B.S. te 's-Gravenhage. Het eerste deel, Engelsch-Nederlandsch, 838 blz. op 2 kolommen, duidelijke, nette druk, is verschenen en kost, ingebonden, f 3.75.

A.

[p. 523]

Fr. D'Haeyer, A. Leysen & L. Michielsen. - Het Vlaamsch Kinderliederboek (S. Van Rietvelde, Antwerpen, 1926).

Dit werk, dat een muziekuitgaaf en een tekstboekje omvat, is een rijke aanwinst voor het onderwijs in Vlaamsch-België. De muziekuitgaaf is een stevig boek in albumformaat en bevat, naast tachtig liederen, een aantal praktische aanteekeningen betrekkelijk de bedoeling van het werk, de persoonlijkheid der toondichters (met portretten), de uitgevers en uitgaven, de uitbating der liederen doorheen de lagere school, de moeilijken eigenaardigheden der liederen. De keuze zelf hiervan is bizonder gelukkig: klein en groot krijgt er zijn paart in en elke toondichter van waarde vindt zijn plaatsje. We wenschten dat alle kinderen het tekstboekje en alle leerlingen van 3en en 4en graad de muziekuitgaaf bezaten.

J. Oostveen. - Wat Nederland zingt (J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1923).

Dit is het 150^e deel der Meulenhoff-editie, bevat een rijke keus van liederen, door het Nederlandsche volk gezongen, werd geïllustreerd door Jan Wiegman en heeft een zakboekformaat. De inhoud is ingedeeld in: vaderlandsche liederen, liederen van de zee, geschiedzangen, volks- en studentenliederen, minneliederen, liederen van gemengden inhoud, kerstliederen. Elk lied heeft zijn pianobegeleiding, - wat niet pleit voor een zakboek-, maar voor een album-formaat. Graag zagen we een stoffelijk en zakelijk even mooi boekje ontstaan over ‘Wat Vlaanderen zingt’; in afwachting weze deze bundel hier welkom.

J.A. de Lint en J.S. Verburg. - Robinson Crusoe (J. Ykema, Den Haag, 1925).

Geen vertaling van Defoe's wereldberoemd verhaal; maar een verwerking daarvan tot een leesboek van 46 lessen, ten gebruike in het derde of vierde leerjaar en als voorbereiding tot het onderwijs in de geschiedenis. Zonderling, he? En misschien toch weer niet. Want bij dit leesboek werd een handleiding geschreven en deze licht de leerkrachten degelijk in over de praktische wijze, waarop de stof kan worden uitgebaat en het stelonderwijs aangepast. Er is inderdaad een parallelisme tusschen Robinson's selfhelp en de levenswijze van den primitieven mensch; en het kan niet geloochend worden, dat in dat

[p. 524]

selfhelp een mooie gelegenheid ligt om er later de geschiedenis der kleeding, der woning en dgl. aan vast te knoopen. Is het trouwens niet belangwekkender ook dan het doen memoriseeren van leerstof, waar noch verbeelding noch redeneering bij hebben mee te praten? We bevelen dit boek met handleiding daarom gaarne ter kennisneming aan.

P. Weigeldt. - Lektüre zur Ertkunde (E. Wunderlich, Leipzig).

Een twintigtal leesstukken, ontleend aan Von Humboldt, Barth, Nansen, Hedin, Rittert, e.a., met de bedoeling, niet enkel voor landen, volkeren, ontdekkingsreizigers belangstelling te wekken, maar tevens de lezende jeugd uit het M.O. te prikkelen, nader kennis te maken met het werk der schrijvers, waartoe deze brokken een inleiding willen zijn. Op twee na zijn alle bedoelde schrijvers Duitschers; de verzamelaar had, met het oog op zijn publiek, wel ruimer over de nationale grenzen mogen kijken. Doet hij 't wellicht bij een volgende uitgaaf?

R. Theurmeister. - Von Steinbeil und Urne (E. Wunderlich, Leipzig, 1925).

Dit is een prettig boekje ‘Geschichten aus der Urzeit’, dat voor kinderen vertelt hoe de voorhistorische mensch zich leerde wapenen, kleeden, huisvesten en de natuur, de dieren en de plantenwereld geleidelijk bleek uit te baten. Alleen ontbreken er prentjes bij en dat is wel jammer, vooral voor de jonge lezers.

J. Bollen. - De geschiedenis van den voorhistorischen mensch (‘De Sikkel’, Antwerpen, 1926).

Een vlot geschreven boekje, dichte familie van het hiervoren genoemde. Maar ditmaal is het één doorloopend, nergens onderbroken verhaal, met een groot aantal prenten, waaronder vele dokumentarische. We hebben het gaarne gelezen.

H.V.T.